Verbinden van politie- en veiligheidszorg

Politie en partners over signaleren & adviseren (2009). W. Landman, P. van Beers en F. van der Laan (Twynstra Gudde, Amersfoort). Politiekunde 26b

Samenvatting

Deze studie belicht welke status en inhoud de regiopolitiekorpsen geven aan signaleren en adviseren en reikt tevens een normatief kader aan hoe het beste invulling gegeven kan worden aan deze bijzondere politietaak.
Wat blijkt is dat binnen de korpsen signaleren en adviseren niet als een nieuwe of aparte politietaak wordt gezien, maar meer een afgeleide van andere taken en werk. De unieke informatiepositie van de politie wordt daarbij als belangrijkste troef beschouwd. De voornaamste functie die signaleren en adviseren in de ogen van de politie heeft - waarbij overigens ongevraagd adviseren wordt onderscheiden van signaleren -, is partners en bestuur bewegen tot gerichte actie op specifieke dossiers. Partners moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid bij de aanpak van specifieke problemen. Een streven dat zijn wortels mede heeft in de ‘kerntakendiscussie’: een beweging waarin de politie probeert haar inspanningen beter te focussen op haar ‘kerntaken’. In de ogen van politiechefs is de politie ook redelijk succesvol in dit streven, vooral dankzij haar sterk verbeterde informatiepositie. 
De auteurs evenwel concluderen dat de politie zich in de vingers snijdt door de – definitie en invulling van – signaleren en adviseren eenzijdig te koppelen aan de kerntakendiscussie. Met name bij ongevraagd adviseren geeft de politie op een oneigenlijke manier invulling aan deze taak. Zij zou zich meer op de kwaliteit en onderbouwing van goede inhoudelijke adviezen moeten richten en daarvoor de goede randvoorwaarden scheppen. Een bevinding die ondersteuning vindt in het tweede onderzoeksluik. 

Bestanden downloaden

PK26a.pdf
PK26b.Kerngegevens.pdf
Terug