Bevoegdheden overd(r)acht

Een onderzoek naar delegatie en mandaat van beheersbevoegdheden in de politiepraktijk (2002). H. Winter en N. Struiksma (Pro Facto, Universiteit Groningen). Politiewetenschap 2

Samenvatting

Het betreft een onderzoek naar de wijze waarop het beheer van de regiopolitiekorpsen in de praktijk wordt gestalte krijgt Het is verricht in een vier politieregio's: Utrecht, IJsselland, Midden- en West Brabant en Friesland; gezamenlijk vormen zij een representatieve steekproef van de Nederlandse politie.

Centraal stond de vraag in hoeverre in politieregio's gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden die artikel 36 van de politiewet biedt om beheersbevoegdheden (dus zeggingschap over mensen, middelen en materieel), die in principe berusten bij de korpsbeheerder, over te dragen. Dat kan aan ofwel de burgemeesters van niet-centrum gemeenten (in welk geval sprake is van delegatie) ofwel aan lokale politiechef (in welk geval sprake is van mandaat of doormandatering). Meer beheersbevoegdheden zou de burgemeesters wat meer feitelijk invloed geven op de (aanwezigheid en inzet van) politie in hun gemeenten. De bedoeling was te onderzoeken welke vormen zoal gebruikt worden in de praktijk en wat daarvan de voor- en nadelen zijn Het blijkt evenwel dat een overdracht van beheersbevoegdheden in de bestuurlijke lijn in de praktijk niet voorkomt, maar ook dat het er nauwelijks toe doet: burgemeesters ondervinden er naar eigen zeggen nauwelijks feitelijke hinder van dat ze minder zeggingschap over de politie hebben. Als puntje bij paaltje komt krijgen ze toch wel hun zin in beheerskwesties waarbij het in de praktijk meestal gaat om ofwel de openstelling van bureaus ofwel (extra-) politiepersoneel in de gemeente. Om die reden vinden de ondervraagde burgemeesters de discussie die er is geweest over het artikel 36 maar een non-discussie. Toch zouden ze afschaffen ervan betreuren. Mogelijk omdat het toch een soort van stok achter de deur is voor het geval ze eens een keer geen gehoor vinden voor hun wensen.

Het rapport wordt afgesloten met een kritische kanttekening van de onderzoekers. Het feit dat burgemeesters zich eerder manifesteren als klant in plaats van als aanstuurder van de politie lijkt niet in overeenstemming met bestaande, normatieve opvattingen over het belang van lokale inbedding, in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag van de politie. Door geen gebruik te maken van de mogelijkheden voor meer bevoegdheidsoverdracht hebben de burgemeesters een kans gemist op meer sturingsmogelijkheden van de politie. 

Bestanden downloaden

PW2.Kerngegevens.pdf
Terug