Professionele dienstverlening en georganiseerde criminaliteit

Hedendaagse integriteitsdilemma's van advocaten en notarissen (2004). F. Lankhorst en J.M. Nelen (VU Universiteit, Amsterdam). Politiewetenschap 16

Samenvatting 

Het betreft het Nederlandse deel van een internationaal vergelijkend onderzoek naar verwijtbare betrokkenheid van met name advocaten en notarissen bij georganiseerde criminaliteit. Hoewel de vaststelling dat maar een betrekkelijk gering aantal advocaten en notarissen totnogtoe (in Nederland) is vervolgd vanwege hand en spandiensten aan de georganiseerde misdaad op het eerste gezicht geruststellend is, bestaat er volgens de onderzoekers geen aanleiding om het probleem van verwijtbare betrokkenheid van vrije beroepsbeoefenaren bij georganiseerde criminaliteit te bagatelliseren. De drempel die politie en justitie over moeten om een strafrechtelijk onderzoek tegen een advocaat of notaris te starten is hoog is. Ook het feit dat het financieel rechercheren binnen politie en justitie nog onvoldoende tot wasdom is gekomen, heeft waarschijnlijk een negatieve weerslag op het aantal zaken van verwijtbare betrokkenheid dat aan het licht komt. En een derde reden betreft het feit dat financiële en juridische dienstverleners meestal niet exclusief voor één criminele organisatie werken, maar hun diensten aan verschillende criminele organisaties ter beschikking stellen. Hoe dan ook geldt dat dubieuze handelingen van een handvol advocaten of notarissen kunnen, zo laat het onderzoeksmateriaal zien, een zware wissel trekken op de geloofwaardigheid en het vertrouwen dat de samenleving in deze beroepsgroepen heeft gesteld.

De verschijningsvormen van verwijtbare betrokkenheid van advocaten hebben zowel betrekking op strafrechtadvocaten als op civielrechtelijk advocaten. In het rapport worden acht verschijningsvormen van verwijtbare betrokkenheid onderscheiden. Voorbeelden hiervan zijn het onrechtmatig verspreiden van informatie onder derden voor wie die informatie uitdrukkelijk niet bestemd is, het beïnvloeden en onder druk zetten van getuigen en het adviseren bij en het uitvoeren van (dubieuze) financiële transacties. 
De zaken betreffende verwijtbare betrokkenheid van notarissen bij (ernstige vormen van) criminaliteit vallen in vier categorieën uiteen. Al deze gevallen hebben betrekking op onzorgvuldig handelen in de sfeer van registergoederen - in het bijzonder op bij het passeren van aktes bij de overdracht van onroerend goed - vermogensconstructies en de oprichting van rechtspersonen.

Om verwijtbare gedragingen tegen te gaan, wordt zowel intern als extern toezicht uitgeoefend op de activiteiten van de vrije beroepsbeoefenaars. De onderzoekers stellen vast dat al deze vormen van toezicht mankementen vertonen. Er moet ook niet teveel verwacht worden van de sinds 1 juli 2003 verruimde meldplicht op basis van de wet Melding Ongebruikelijke Transacties (MOT). Hoewel sinds die datum onder bepaalde omstandigheden ook advocaten en notarissen melding moeten maken van ongebruikelijke transacties, bestaat het vermoeden dat leden van deze beroepsgroepen geneigd zullen zijn om hun betrokkenheid bij dergelijke transacties te omschrijven als een vorm van klassieke taakuitoefening, waarvoor de meldplicht niet bestaat. 
De onderzoekers beklemtonen dat ten aanzien van integriteitskwesties op een aantal essentiële punten meer duidelijkheid moet worden gecreëerd. Bepaalde normen, verachtingen en verantwoordelijkheden van de vrije beroepsbeoefenaren zijn onvoldoende uitgekristalliseerd. Zo is bijvoorbeeld nog steeds niet duidelijk op welk moment een klantgerichte houding dient om te slaan in achterdocht?

Bestanden downloaden

PW16.Kerngegevens.pdf
Terug