De strafrechtelijke rechtshulpverlening van Nederland aan de lidstaten van de Europese Unie

De politieke discussie, het juridische kader, de landelijke organisatie en de feitelijke werking (2005). C.J.C.F. Fijnaut, A.C. Spapens en D. van Daele (Universiteit Tilburg). Politiewetenschap 25

Samenvatting

In deze studie staat de strafrechtelijke rechtshulpverlening van Nederland aan andere Lidstaten van de Europese unie centraal: hoe is zij georganiseerd, binnen welk juridisch kader, op welke schaal en in welke vormen vindt zij plaats, welke problemen doen zich hierbij voor en hoe worden die opgelost. 
Politiële en justitiële rechtshulp is steeds belangrijker geworden in de strafrechtelijke samenwerking tussen de Lidstaten van de Europese Unie (EU). Mede gelet op het maatschappelijke en politieke belang van deze vorm van samenwerking werd er in het verleden alom in Europa veel over gepubliceerd. Het overgrote deel van deze literatuur is echter juridisch van aard en biedt geen antwoord op vragen omtrent bijvoorbeeld de manier waarop de afhandeling van rechtshulpverzoeken is georganiseerd in de Lidstaten en inzake de aard en de omvang van de rechtshulp die Lidstaten van elkaar verlangen. De onderhavige studie is de eerste in haar soort, in die zin dat zowel vanuit juridisch als vanuit empirisch oogpunt wordt gekeken naar de strafrechtelijke rechtshulpverlening van Nederland aan de andere Lidstaten van de EU. 
Tot voor enkele jaren werd Nederland door andere Lidstaten van de Europese Unie dikwijls het verwijt gemaakt dat de verlening van strafrechtelijke (politiële en justitiële) rechtshulp kwantitatief en kwalitatief onder de maat was. Onder druk van deze kritiek heeft "Justitie" vervolgens een netwerk van Internationale Rechtshulp Centra (IRC's) opgericht, een landelijk registratiesysteem voor rechtshulpverzoeken (LURIS) ingevoerd, de bijscholing van de betrokken hulpverleners ter hand genomen etc. Uit deze studie blijkt dat dit beleid zeker zijn vruchten heeft afgeworpen. De beantwoording van de vele informatieve rechtshulpverzoeken verloopt tegenwoordig in het algemeen zonder problemen en evenzo de afhandeling van (urgente) verzoeken waarin wordt verzocht van de uitvoering van een of meer enkelvoudige onderzoekshandelingen (verhoor, huiszoeking e.a.). 
In Europees perspectief laat deze studie zien dat de tijd gekomen is om niet langer nog maar steeds weer nieuwe rechtshulpverdragen te sluiten om de rechtshulp tussen de Lidstaten op basis van de bestaande verdragen behoorlijk te organiseren. Daartoe wordt een aantal voorstellen gedaan. 

Bestanden downloaden

PW25.Kerngegevens.pdf
Terug