Conflict op straat: Strijden of mijden?

Marokkaanse en Antilliaanse jongens in interactie met de politie (2007). N. Kop en M. Euwema (Politieacademie / Universiteit Utrecht). Politiewetenschap 40

Samenvatting

Groepen hangjongeren die het leefklimaat in buurten en wijken verpesten bezorgen politie en bestuur al jaren hoofdbrekens. Hardnekkige problemen in onder meer Amsterdam-West en Utrecht-Kanaaneiland vormen daarvan een illustratie. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de politie niet zo goed raad weet met groepen jongeren van met name Antilliaanse en Marokkaanse afkomst.

De vraag die in dit onderzoek centraal staat is tweeledig. Hoe te verklaren waarom met name net de interactie met deze probleemjongeren de politie zoveel problemen bezorgt en, mede in samenhang daarmee, wat voor handvatten biedt dat de politie voor een mogelijk effectievere handelwijzen?

De focus van het onderzoek gold primair het observeren van zoveel mogelijk, in potentie problematische, interacties. Daartoe heeft een team van getrainde observatoren in totaal 50 politiediensten meegedraaid in vier gemeenten: Amsterdam, Culemborg, Groningen en Leeuwarden. Daarnaast zijn ook tal van gesprekken gevoerd met zowel de betrokken politiemensen als de jongeren uit de doelgroep om hun zienswijzen en ervaringen op te tekenen.

Opmerkelijk genoeg bleek dat zich in al die diensten - die op voorhand geselecteerd waren op hun grote trefkans - nauwelijks observatiewaardige contacten tussen doelgroep en politie voordeden. En voor zover al sprake was van interactie, verliep die bovendien in het algemeen relatief probleemloos, mede door deëscalerend optreden van agenten.

 

Dat de beide (strijdende) partijen elkaar in de praktijk zoveel mogelijk ontlopen, is een opmerkelijke uitkomst, ook omdat hij haaks staat op het verwachtingspatroon en de beleving bij zowel korpsen als jongeren. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat zowel politie als probleemjongeren veel ‘last’ van elkaar - zeggen te - ondervinden in de dagelijkse omgang. De onderzoekers verklaren dat vooral uit het verschil in burger- en straatcultuur. Die vormen ook het belangrijkste aangrijpingspunt voor de aanbevelingen hoe beter om te gaan met jongeren uit moeilijke doelgroepen waarmee het onderzoeksrapport afsluit. Ze betreffen zowel beleid als praktijk. 

Dat alles maakt dat het belang van dit onderzoek verder reikt dan enkel een handleiding voor de politie hoe om te gaan met deze specifieke groep van probleemjongeren. Het verschaft de politie een breder inzicht in de achtergrond van en omgang met jongeren die opgroeien in een straatcultuur en biedt handvatten om bestaande opleidingsprogramma’s te herijken.

Bestanden downloaden

PW40.Kerngegevens.pdf
Terug