Contactfunctionaris

Een functie voor de politie? (2003). Frank van Gemert (Regioplan Beleidsonderzoek, Amsterdam). Verkenningen 7

Samenvatting

Deze verkenning heeft betrekking op het functioneren van zogeheten 'contactfunctionarissen' en de evolutie die hun functie en functioneren sinds hun introductie eind jaren '80 heeft doorgemaakt. Generieke uitspraken over het nut of effect van hun werkzaamheden worden niet beoogd, wel bouwstenen achterhalen voor succesvol opereren. Daarmee verbonden wordt de vraag of het concept , nog steeds, levensvatbaar is en wellicht bredere toepassing verdient.
Contactfunctionarissen zijn destijds geïntroduceerd als een soort van intermediair tussen de politie en met name de Marokkaanse gemeenschap, bedoeld voor verbetering van de onderlinge communicatie in het algemeen en de (preventieve) aanpak van probleemjongeren in het bijzonder. In het onderzoek zijn 55 functionarissen in 20 verschillende organisaties getraceerd, waarvan het merendeel (24) zich richt op Marokkanen. Hoewel zij in meerdere sectoren actief zijn, waaronder onderwijs en welzijn, beweegt of bewoog het merendeel zich (in het verleden) op het werkterrein van de politie. Hun werkwijzen verschillen sterk, afhankelijk deels van de sector waarin ze werkzaam zijn en van hun doelstellingen: gericht op uitvoerende taken buiten de moederorganisatie (b.v. de politie) of op beleidstaken daarbinnen.
Geconcludeerd wordt dat het functioneren, en het nut en effect daarvan, van contactfunctionarissen amper onderwerp zijn geweest van interne of externe evaluaties. Om toch uitspraken te kunnen doen over 'bouwstenen' voor succesvol opereren, is een viertal gevalstudies verricht. Daarbij is gericht gezocht naar langlopende projecten met een 'goede staat van dienst'. Daaruit komt een viertal bouwstenen naar voren:

  • bestaansduur: het werk heeft baat bij een lange(re) bestaansduur;
  • persoonlijk contact: bekendheid met de - cultuur van - doelgroep helpt bij het opbouwen van noodzakelijke vertrouwensrelatie;
  • transparantie en herkenbaarheid: heldere communicatie is van belang ook om geen valse verwachtingen te wekken;
  • inbedding: om effectief te zijn moet je volwaardig del uitmaken van de moederorganisatie (i.c. de politie).


Tot slot de vraag of bredere toepassing geïndiceerd is. Die wordt beantwoord in relatie tot - het benaderen van - de eerste (en volgende) generatie(s), andere etnische groepen en onderbrenging ja of nee bij de politie. Geconcludeerd wordt dat het werk van de contactfunctionarissen verschuift: het is minder dan vroeger gericht op de eerste generatie, mede doordat de tweede generatie zich nu beter laat benaderen. Bij dit alles draait het onverminderd vrijwel uitsluitend om Marokkanen. Of onderbrenging bij de politie wel of niet de voorkeur heeft, kan niet eenduidig worden beantwoord. Voor pleit een groter committment van de politie, tegen en grotere afstand met de doelgroep.
De auteur ziet al met al een toekomst weggelegd voor een nieuw type contactfunctionaris die in hoofdzaak beleidstaken vervult binnen een korps. Zijn werk bestaat er enerzijds in contact te leggen en onderhouden met uiteenopende allochtone instanties en organisaties en anderzijds binnen het korps veranderingen in gang te zetten om te zorgen dat de afstand tot die groepen klein blijft.

 

Ten aanzien van de eerste wordt geconcludeerd dat het werk nu minder gericht is dan vroeger op de in de loop van de tijd de focus is verschoven van eerste naar tweede en zelfs derde generatie (Marokkanen).

Bestanden downloaden

contactfunctionaris.pdf
VK7.Kerngegevens.pdf
Terug