Betere regulering van demonstratieve kampementen mogelijk
Demonstratieve kampementen
Demonstratieve kampementen komen de laatste jaren veel voor. Vanwege hun vorm en ook duur zijn de maatschappelijke lasten vaak hoog. Burgemeesters en politie worstelen om die reden met de vraag hoe om te gaan met deze nieuwe demonstratievorm. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen zijn op zoek gegaan naar een oplossing die recht doet aan zowel de fundamentele betogingsvrijheid als aan de rechten, vrijheden en belangen van anderen. Aan de hand van een rechtsvergelijkende analyse van het Duitse, Engelse en Europese recht hebben zij verschillende beperkingsmethoden gevonden. Nadat zij die op hun bruikbaarheid en rechtsstatelijkheid hebben getoetst, concluderen zij dat toepassing van de zogenoemde kernrechtleer de beste oplossing biedt. Deze leer maakt een onderscheid tussen enerzijds de kern van het betogingsrecht – dat wil zeggen het gemeenschappelijk in het openbaar uiten van een mening – en anderzijds de uitingsvorm. Zolang aan iedere uitingsvorm, in dit geval het kampement, ruimte van enige betekenis wordt gelaten, blijft de kern van het betogingsrecht onaangetast. Er kan dus met tenten worden gedemonstreerd, maar slechts op gezette tijden.
Uit literatuur- en jurisprudentieonderzoek en interviews met voor betogingen verantwoordelijke gemeente- en politieambtenaren van de G4 blijkt dat de problematiek behoorlijk groot is. Kampementen van actiegroepen als onder meer Occupy en uitgeprocedeerde asielzoekers zijn terugkerende fenomenen die lokale bestuurders en politie grote zorgen baren. De tentenkampen vinden plaats op terreinen die hiervoor absoluut niet geschikt zijn. Door het ontbreken van de meest essentiële voorzieningen gaan zij vaak gepaard met onhygiënische toestanden waardoor serieuze gezondheidsproblemen dreigen, alsook hinder en brandgevaar, niet alleen voor de betogers zelf, maar ook voor omwonenden. Er is behoefte bij gemeenten en politie aan een bevoegdheid om deze betogingsvorm verdergaand te kunnen beperken dan nu mogelijk is. Echter niet om te verbieden, want dat zou onevenredige afbreuk doen aan de grondwettelijk en verdragsrechtelijk beschermde betogingsvrijheid.
Demonstratieve tentenkampen van min of meer permanente duur vormen een wereldwijd probleem. Bij het zoeken naar een aanvaardbare oplossing kunnen Nederlandse autoriteiten daarom kijken naar de ervaringen in het buitenland. De onderzoekers richtten hun vizier met name op het Duitse en Engelse rechtssysteem en het Europese recht zoals vormgegeven door het Europese Hof. Van de geanalyseerde beperkingsmethoden komt die waarbij de uitingsvorm beperkte bescherming geniet er als beste uit. In tegenstelling tot de andere methoden morrelt zij niet aan de reikwijdte van het grondrecht en laat zij de kern van het recht tot betoging onaangetast. Demonstreren door middel van een tentenkamp moet toegestaan blijven – om de vrijheid van betoging de ruimte te laten die haar toekomt – maar de gemeente mag wel voorwaarden stellen aan de duur en het moment.
Voor deze methode is geen wetswijziging vereist. Rechtbanken pasten deze beperkingswijze al enige keren toe bij demonstratieve kampementen. Het wachten is op de hoogste bestuursrechter.
NADERE INFORMATIE:
Van de zijde van de onderzoekers:
- Berend Roorda, Rijksuniversiteit Groningen: 06-12979649
Van de zijde van Politie en Wetenschap:
- Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-13216168
‘Demonstratieve kampementen (PW83)’ Door: B. Roorda. Politiewetenschap 83, Politie en Wetenschap, Apeldoorn; Reed Business, Amsterdam 2015.
Het rapport is gratis te downloaden als PDF of als E-book van de website www.politieenwetenschap.nl