Wondermiddelen voor tegengaan etnisch profileren niet voorhanden
Tegengaan van etnisch profileren. Een internationale literatuurstudie naar effecten van interventies
Nieuwe publicatie in de reeks Politiewetenschap van het Programma Politie en Wetenschap.
Voor het tegengaan van etnisch profileren zijn ook in het buitenland geen interventies bekend waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze werken. Dit blijkt uit een internationaal literatuuronderzoek van Twynstra Gudde in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap. Het combineren van verschillende interventies in een samenhangend programma biedt nog de meeste kans op positieve effecten, zo leren de buitenlandse ervaringen. Dit betekent dat de aandacht niet alleen dient uit te gaan naar het gedrag van individuele agenten, maar ook naar beleid en wetgeving.
Sinds de signalen dat etnisch profileren door politieagenten in Nederland voorkomt, is ook het gesprek over het tegengaan van etnisch profileren op gang gekomen. Vooral in de grote steden is het zowel in de lokale politiek als in de politieorganisatie een thema en worden diverse maatregelen of interventies voorgesteld en uitgevoerd. De vraag is welke effecten van deze interventies mogen worden verwacht. Om hier meer gefundeerd inzicht in te bieden, is een internationale literatuurstudie uitgevoerd naar de effecten van en ervaringen met interventies om etnisch profileren door de politie tegen te gaan.
De literatuurstudie brengt systematisch mogelijk relevante interventies en hun aangetoonde effectiviteit in kaart. Het blijkt dat er heel weinig onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van interventies en dat er daardoor in beperkte mate wetenschappelijke kennis beschikbaar is over wat (niet) werkt. Wel concluderen de onderzoekers dat het verstandig is om verschillende interventies te combineren in een brede en samenhangende aanpak en hierbij de nadruk te leggen op de (procedurele) rechtvaardigheid van proactief controleren.
Daarnaast zou men niet alleen aandacht moeten besteden aan het optreden van politieagenten, maar ook oog moeten hebben voor de institutionele structuren waarbinnen dit optreden tot stand komt. De ervaring in het buitenland leert dat teveel eenzijdige aandacht voor het gedrag van individuele agenten leidt tot weerstand en onbegrip bij deze agenten. Dit terwijl juist ook de institutionele inbedding van dit gedrag een belangrijke oorzaak kan zijn. Bijvoorbeeld het repressief veiligheidsbeleid en daarmee samenhangende wetgeving, politiebeleid en aandacht voor prestatie-indicatoren (bijvoorbeeld het aantal verdachten). Een eenzijdige oriëntatie op het gedrag van politieagenten roept tegenkrachten op en vermindert de effectiviteit van interventies.
De literatuurstudie eindigt met enkele aanbevelingen voor de aanpak van etnisch profileren en voor vervolgonderzoek. Zo houdt men een pleidooi voor meer effectstudies naar interventies, waaronder aangeboden trainingen.
NADERE INFORMATIE:
Van de zijde van de onderzoekers:
- Henk Sollie: 06-83999454 | [email protected]
Van de zijde van Politie en Wetenschap:
- Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-13216168
‘Tegengaan van etnisch profileren. Een internationale literatuurstudie naar effecten van interventies’. (PW91A)
Door: Wouter Landman & Henk Sollie, Twynstra Gudde. Politiewetenschap 91A, Politie en Wetenschap, Den Haag; Sdu Uitgevers, Den Haag 2018.
Het rapport is gratis te downloaden als PDF of als E-book van de website www.politieenwetenschap.nl