Het integriteitsbeleid van de Nederlandse politie: wat er is en wat ertoe doet

(2010). M.H.M. van Tankeren (Vrije Universiteit, Amsterdam). Politiekunde 32

Samenvatting
Na eerder onderzoek naar integriteitsschendingen en dilemma’s, staat in dit onderzoek het integriteitsbeleid centraal. Hoe ziet het integriteitsbeleid er uit, welke instrumenten worden ingezet en hoe kan dit alles beoordeeld worden, ook wat betreft de mogelijke effectiviteit?

Dat gebeurt aan de hand van een uitgebreid theoretisch overzicht dat ingaat op de visie, instrumenten en middelen die een rol spelen bij een effectief integriteitsbeleid. Vervolgens wordt het integriteitsbeleid in vier korpsen, Drenthe, Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond en Midden/West-Brabant gedetailleerd aan de orde gesteld. Na deze gedetailleerde analyses worden in vogelvlucht kenmerken van integriteitsaanpak in de overige korpsen behandeld. Als welhaast vanzelfsprekend wordt ook ingegaan op in het oog lopende verschillen tussen korpsen en hoe die gewaardeerd moeten worden.

Het beleid in de vier korpsen wordt beoordeeld aan de hand van de volgende aspecten;

  • Is het beleid onderbouwd, bijvoorbeeld met een eigen beleidsvisie?
  • Is er sprake van institutionele verankering, bijvoorbeeld in de vorm van een apart bureau, en op welk niveau?
  • Is er sprake van een stimulerende manier van invoeren?
  • Hoe zien de verschillende trainingen op het gebied van integriteit er uit?
  • Wat zijn de verschillen tussen de verschillende korpsen?
  • Beschikken de onderzochte korpsen over paradepaardjes op het gebied van integriteitsbeleid?

 

Geconcludeerd wordt dat het integriteitsbeleid van de Nederlandse politie zich kenmerkt door een (te) grote inhoudelijke verscheidenheid. Dit begint al bij de interpretatie van het begrip integriteit. Het manifesteert zich ook in de keuze en hantgeriung van instrumenten en strategieën. De auteur onderscheidt een vijftal vormen die fundamenteel verschillen ook wat betreft te verwachten (duurzaamheid van) effecten. Drie veelvoorkomende instrumenten zijn dilemmatrainingen, het opstellen van codes en kernwaarden en, een instrument in opkomst, het vertellen van verhalen. De effectiviteit van deze instrumenten is evenwel niet zonder meer gegeven (er is geen ‘beste koop’), maar hangt af van invulling, gebruik en wijze waarop erover gecommuniceerd wordt.

In het slothoofdstuk wordt uitgebreid evaluerend ingegaan op deze variëteit, de organisatorische vormgeving, de onderbouwing en de strategieontwikkeling.

Geconcludeerd wordt dat het de kunst is om een goede mix te vinden tussen landelijke basisafspraken over integriteit bij de politie en regionale inkleuring

Bestanden downloaden

PK32.Kerngegevens.pdf
Terug