Daders over cameratoezicht

(2012). A, van Schijndel, A. Schreijenberg, G.H.J. Homburg en S. Dekkers (Regioplan Beleidsonderzoek, Amsterdam). Politiekunde 41

Samenvatting
Het bijzondere van deze studie is dat interviews gehouden zijn met 42 (potentiële) daders, variërend van gedetineerde veelplegers tot risicojongeren. De gedetineerde daders, allen ervaren criminelen of veelplegers, blijken goed op de hoogte van het cameratoezicht: de plaatsen waar de camera’s hangen, de technische mogelijkheden, de tijden waarop wordt uitgekeken, de kwaliteit van de beelden en de bruikbaarheid ervan. Zij laten zich meestal niet afhouden van het plegen van delicten, maar passen wel hun gedrag aan. Ze proberen buiten het zicht van de camera’s te blijven, herkenning te bemoeilijken, maken gebruik van tijden waarop niet wordt uitgekeken en kennen de beperkingen van de camera’s bij bijvoorbeeld drugsdelicten. Indien mogelijk zullen ze delicten elders plegen. Onder de veelplegers komt overigens ook onverschillig en impulsief gedrag voor, waarop cameratoezicht weinig invloed heeft. 
De risicojongeren denken relatief veel te weten van cameratoezicht, maar hun kennis over de kwaliteit van de beelden en de uitkijktijden is vaak niet correct. De jongeren geven aan dat de camera’s geen grote invloed op hun gedrag hebben. Ze vergeten dat er camera’s zijn en ze handelen impulsief, vooral als ze onder invloed van alcohol of drugs zijn. Verder denken ze dat de beelden, als ze al gemaakt worden, van te slechte kwaliteit zijn om er echt wat mee te kunnen doen. 
De interviews met de (potentiële) daders maken duidelijk dat de camera’s in veel gevallen niet voor preventie van criminaliteit zorgen. Er is alleen preventie te verwachten bij delicten van ervaren en calculerende daders. Dit betekent niet dat cameratoezicht zinloos is. Vanuit het perspectief van de politie heeft cameratoezicht drie functies, namelijk preventie van criminaliteit en overlast, het tijdig signaleren van dreigende veiligheidsproblemen met camera’s en opsporing: het verzamelen van daderinformatie die de opsporing kan verbeteren. Door deze functies van cameratoezicht te verbinden met het type dader dat het in een bepaald gebied voor problemen zorgt, kunnen gerichtere keuzes gemaakt worden voor de manier waarop camera’s worden ingezet. Het onderzoeksrapport kan helpen om het type dader te herkennen.

Bestanden downloaden

daders_over_cameratoezicht.pdf
PK41.Kerngegevens.pdf
Terug