Het real-time informeren van noodhulpeenheden

Een onderzoek naar de RTI-functie om frontlijnpolitiefunctionarissen snel te voorzien van relevante informatie (2016). A. Scholtens, M. den Hengst en R. Waterreus (Crisislab Renswoude / Politieacademie, Apeldoorn). Politiekunde 77

Abstract

Het real-time informeren van politiemensen is een van de speerpunten van de nationale politie. Vanaf eind 2012 beschikken alle geografische eenheden en de landelijke eenheid daartoe over een nieuw organisatieonderdeel: het  Real-Time Intelligence Center (RTIC). Het RTIC is gepositioneerd op de meldkamer zodat informatie bij spoedeisende meldingen snel beschikbaar kan worden gesteld aan politiemensen die in de noodhulp werken. Twee jaar na de invoering heeft een consortium van Crisislab en het lectoraat Intelligence van de Politieacademie een onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin het real-time informeren effectief georganiseerd is. Het onderzoek wijst uit dat het real-time informeren op dit moment niet effectief is georganiseerd. Een klein deel van de informatie die door het RTIC aan meldingen werd toegevoegd, bereikte de noodhulpeenheden.

In drie geografische eenheden van de politie  is onderzocht hoe het RTIC informatie opzocht en toevoegde aan meldingen, of deze RTIC-informatie de noodhulpeenheden voor het in actie komen bereikte en of deze vervolgens door hen werd gelezen. Het werkproces van het RTIC is dynamisch van aard: voor meerdere meldingen tegelijk werd in verschillende (politie)systemen en op internet naar veiligheidsinformatie gezocht. Gemiddeld werd aan 15% van de spoedeisende meldingen informatie door het RTIC toegevoegd. Mede door de doorgaans korte aanrijdtijd van de noodhulp bereikte de door het RTIC opgezochte en doorgestuurde informatie de politiemensen op weg naar een melding, vaak te laat.

Het RTIC is zeker niet de enige cruciale factor in het proces van real-time informeren van de noodhulpeenheden. De centralisten in de meldkamer zijn minstens zo belangrijk. In de eerste plaats moeten zij in contact met de melder de informatie ‘achterhalen’ op basis waarvan het RTIC kan gaan zoeken naar extra informatie. In de tweede plaats moeten zij de informatie die door het RTIC wordt opgezocht, doorgeven aan de politiemensen op weg naar een melding. Dit deden zij echter lang niet altijd.
De onderzoekers zoeken verbetering van het proces bij spoedeisende meldingen niet in het ‘overslaan’ van de centralist. Bijvoorbeeld door informatie te verstrekken via een MDT-scherm dat zich in het politievoertuig bevindt, zodat de noodhulp deze informatie ook in principe zelf kan bekijken. De reden is dat de noodhulpeenheden voor het ter plaatse komen bij spoedeisende meldingen zelden op het MDT-scherm kijken en juist erg op de centralist (willen) varen.

Bij meldingen zonder spoed hebben de noodhulpeenheden meer aandacht en tijd bij de voorbereiding van de melding en zoeken zij via hun mobiel zelf in de systemen naar informatie die relevant kan zijn.

 

Bestanden downloaden

PK77.pdf
PK77.epub
PK77.Kerngegevens.pdf
Terug