Integriteit in het dagelijks politiewerk

Meningen en ervaringen van politiemensen (2004). J. Naeyé, L. Huberts, C. van Zweden, V. Busato en B. Berger (Centrum voor Politiewetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam). Politiewetenschap 13

Samenvatting 

De studie heeft betrekking op de integriteitsdilemma's waarmee politiemensen bij de uitvoering van hun werk worden geconfronteerd. Die worden geïllustreerd aan de hand van de verhalen en persoonlijke ervaringen van 47 ervaren agenten, afkomstig van verschillende korpsen en werkzaam in verschillende functies, die zijn opgetekend door ervaren journalisten. Doel was niet alleen in kaart te brengen met welke integriteitsdilemma's politiemensen in de dagdagelijkse uitvoeringspraktijk worden geconfronteerd, maar ook hoe ze ermee omgaan en in hoeverre factoren zoals het integriteitsbeleid bij de politie en de stijl en kwaliteit van leiderschap daarop van invloed zijn. 
Integriteitsopvattingen van politiemensen blijken meer overeen te komen en ook minder afhankelijk te zijn van specifieke taken of werkvelden, dan bij de aanvang van het onderzoek was gedacht. Dat laat zich voor een deel verklaren door het feit dat nagenoeg alle (ondervraagde) agenten hun beroepsmatige, ethische gewetensvorming hebben gehad in de basispolitiezorg. Maar het is zeker ook mede beïnvloed door het gevoerde integriteitsbeleid bij de Nederlandse politie, wat veel duidelijkheid heeft verschaft over wat wel of niet is toegestaan De auteurs maken een onderscheid in ernstige, evidente normschendingen en 'veelvoorkomende, kleine dilemma's'. Ten aanzien van evidente normschendingen zoals fraude, corruptie en misbruik van bevoegdheden bestaat weinig verschil van mening: die worden alom onaanvaardbaar geacht; wat overigens niet wil zeggen dat ze nooit zouden voorkomen. Voor veelvoorkomende, kleine dilemma's biedt de discretionaire handelingsvrijheid die politiemensen hebben voldoende ruimte om er op een goede wijze mee om te gaan. Ze hebben bijvoorbeeld te maken met de alledaagse spanning tussen integriteit en collegialiteit (hoe om te gaan met een collega die in de fout gaat?), werkethiek en vrije tijd (wat zijn onverenigbare nevenfuncties en dubieuze giften? Mag je in privé-tijd XTC gebruiken?) en tussen het behouden van goede contacten en een vertrouwenspositie in de wijkgerichte politiezorg en daadwerkelijke opsporing en handhaving (mag een wijkagent vertrouwelijk aangereikte informatie over illegale activiteiten in de wijk of van wijkbewoners voor zich houden of delen met de recherche?).

Integriteit is een van de kernwaarden van een goed functionerend politieapparaat. Het feit dat het werk van de politie onlosmakelijk is verbonden met ethische keuzes en aspecten, onderstreept in de ogen van de auteurs het belang van een goed en consequent integriteitsbeleid. Geconcludeerd wordt dat wat dit betreft zich in de jaren negentig bij de politie een omslag heeft voorgedaan en dat sindsdien integriteit hoog op de agenda staat, normen meer zijn uitgekristalliseerd en de praktijk transparanter is geworden.

Bestanden downloaden

PW13.Kerngegevens.pdf
Terug