Preventief fouilleren

Een analyse van het proces en de externe effecten in tien gemeenten (2005). E.J. van der Torre (COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, Den Haag) en H.B. Ferwerda (Advies- en Onderzoeksgroep Beke, Arnhem). Politiewetenschap 27

Samenvatting

In de achterliggende vijf jaar is in een tiental gemeenten in Nederland ervaring opgedaan met preventief fouilleren. In dit landelijke onderzoek wordt de balans opgemaakt. Hoe heeft de praktijk van het preventief fouilleren zich ontwikkeld, met welke toepassingen en toepassingsvormen is ervaring opgedaan en wat zijn de opbrengsten? De antwoorden worden gegeven op basis van veldwerkonderzoek in de tien gemeenten die preventief fouilleren hebben toegepast. 
Het rapport geeft een bondig overzicht van de (verschillen in) toepassingspraktijk in al zijn facetten van besluitvorming, uitvoering en coördinatie, opbrengstregistratie, evaluatie en communicatie. Specifiek wordt ingegaan op de verschillende toepassingsvormen en hun opbrengsten op korte en lange termijn en lastige afwegingen die daarbij aan de orde zijn. 
Geanalyseerd zijn 187 acties die in de periode van 2002 - 2004 zijn uitgevoerd. Daarbij zijn 80.000 personen gefouilleerd en rond de 2000 wapens aangetroffen; dat zijn 25 wapens per 1000 gefouilleerden, het merendeel (68%) steekwapens. Verder zijn 962 verdachten aangehouden, 12 per 1000 gefouilleerden. Van 397 van hen zijn de antecedenten nagetrokken: ruim de helft had een blanco strafblad, 45% was eerder met de politie in aanraking geweest en daarvan kon weer 20% geclassificeerd worden als veelpleger. Bij vijf acties zijn bovendien in totaal 338 gefouilleerde burgers geënquêteerd. 
Vier op de vijf beoordelen de acties positief, twee op de drie zien het niet als een aantasting van de privacy, een op de vijf vindt dat wél het geval. 
Van belang voor het behalen én waarderen van deze opbrengsten zijn de aanwijzing van veiligheidsrisicogebieden, de wijze waarop acties worden doorgevoerd en de doelen die men daarbij voor ogen heeft. Als behalve personen ook voertuigen worden gecontroleerd, levert dat veelal een hogere vangst op. 
De auteurs onderscheiden in dat verband twee strategieën: aan de ene kant een generieke strategie: "iedereen" controleren en dan zoveel mogelijk aselect (bijvoorbeeld elke 5de auto). Aan de andere kant een gerichte strategie door formele selectiecriteria op te stellen. Mogelijke criteria zijn: leeftijd, sexe, looprichting/bestemming of behorend tot een categorie die in direct verband wordt gebracht met wapenbezit. De onderzoekers adviseren expliciet te kiezen voor één van beide strategieën, zodat er geen onduidelijkheid bestaat over de wijze van fouilleren en de beoogde opbrengst. 

Bestanden downloaden

PW27.Kerngegevens.pdf
Terug