Opsporing onder druk

(2008). C. Liedenbaum en M. Kruijsen (IPIT, Universiteit Twente). Politiewetenschap 41

Samenvatting
Deze bijzondere studie maakt deel uit van een breder internationaal vergelijkend onderzoek naar de politiesystemen en het functioneren in de praktijk van de politie in Nederland en Duitsland, dat is uitgevoerd door het IPIT van de Universiteit Twente in samenwerking met onder meer de politiekorpsen van de regio Utrecht en de stad Münster.

Centraal in deze studie staan de inrichting en opbrengsten van de opsporing zoals die ten tijde van het onderzoek van toepassing waren voor een district van het regiokorps en in Münster. Daarbij stonden twee vragen centraal: in hoeverre draagt de wijze van organisatie van de opsporing bij aan een beter opsporingsresultaat en welke invloed hebben eventuele verschillen in werkaanbod of caseload daarop? Het feit dat het opsporingproces in beide landen, deels op historische gronden, in elk geval op onderdelen, heel anders is ingericht maakt een vergelijking extra interessant.

De studie levert aanwijzingen op voor een efficiëntere inrichting van het opsporingproces (ten tijde van het onderzoek in de periode 2004-2006) Een ervan is gelegen in de aangifteopname die in Münster (nog steeds) in handen is van ervaren rechercheurs. Daarnaast is ook het opsporingsproces als geheel in Duitsland anders ingericht, onder meer door de consequent doorgevoerde concentratie en

(sub-)specialisatie waarbij vaste teams van rechercheurs zich bezighouden met specifieke delicten en dadergroepen.

Deze, en andere, verschillen in de inrichting van de opsporing laten zich deels verklaren door historisch gegroeide en cultuurgebonden verschillen in politiesystemen. Zo is in Duitsland het ‘legaliteitsprincipe’ van kracht, dat politie en justitie verplicht alle ter kennis genomen feiten daadwerkelijk op te pakken. Prioriteren op opportuniteitsgronden zoals in Nederland standaard praktijk is, kan in Duitsland niet. Verschillen in werkwijzen laten zich dan ook niet één op één vertalen naar Nederland. Wat niet wegneemt dat er wel lering uit kan worden getrokken.

De auteurs maken hierbij wel de kanttekening dat op een aantal aspecten de situatie zoals in het rapport beschreven en geanalyseerd, inmiddels is achterhaald. Dat geldt met name voor het Utrechtse regiokorps waar, mede naar aanleiding van de Nederlandse deelstudie, ingrijpende veranderingen zijn doorgevoerd

Bestanden downloaden

PW41.Kerngegevens.pdf
Terug