Staatssecretaris of seriecrimineel

Staatssecretaris of seriecrimineel. Het smalle pad van de Marokkaan

Paul Andersson Toussaint. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2009

Abstract
Het betreft een onderzoeksjournalistieke productie die als een (complementair) vervolg gezien kan worden op ‘het Marokkanendrama’ dat in 2007 is uitgebracht. Complementair in zoverre de insteek was om de andere kant van de medaille te belichten en meer in het bijzonder het levensverhaal van succesvolle Marokkanen. Wat maakt dat zij er wel in zijn geslaagd een positieve binding te ontwikkelen met de Nederlandse samenleving, voor zover afleidbaar uit het verwerven van voldoende startkwalificaties voor de arbeidsmarkt, een geslaagde maatschappelijke beroepscarrière en/of het beëindigen van mogelijk voorheen probleemgedrag? In hoeverre is de sleutel van hun ‘succes’ gelegen in kenmerken van persoon, gezin, buurt, religie of de invloed van ‘rolmodellen’?

Maar anders dan bij het Marokkanendrama belicht dit boek de problematiek van Marokkaanse jongeren vooral van ‘binnenuit’. Niet zozeer vanuit de gezinnen maar vanuit het perspectief van de buurten waarin de meeste van hen opgroeien. Buurten die veel kenmerken hebben van etnische getto’s. De auteur is wat dit betreft goed ingevoerd. Hij houdt zich al een aantal jaren intensief met dit vraagstuk bezig, kent alle betrokkenen en heeft met veel van hen, ook de jongeren waar het om gaat, meermalen intensief gesproken.

‘Het smalle pad van de Marokkaan’ weerspiegelt de realiteit van het toekomstperspectief van Marokkaanse jongeren, met name jongens van de 2de generatie. De sociaal- maatschappelijke en culturele omgeving waarin veel van hen opgroeien, zeker in Amsterdam, biedt een negatieve context met overwegend ongunstige condities voor succesvolle zelfontplooiing en positieve binding met de Nederlandse samenleving. Ze groeien op in vergaand gesegregeerde wijken in combinatie met gebrekkige opvoeding, scholing, verkeerde vrienden etc. Condities waaruit het, dat wordt opnieuw indringend zichtbaar gemaakt, moeilijk ontsnappen is.

In dat sombere perspectief van een kansarme generatie krijgt het levensverhaal van succesvolle Marokkanen, met name diegenen die in dezelfde omgeving opgroeien maar zich eraan hebben weten te ontworstelen, een bijzondere betekenis. Ook omdat in hun levensverhaal duidelijk wordt hoe cruciaal factoren als bijvoorbeeld een goede opvoeding door betrokken ouders zijn, naast de eigen wil en ambitie om te slagen. Een ambitie waarin ze onvoldoende worden ondersteund vanuit de eigen ‘gemeenschap’. In dat verband wordt de metafoor van de ‘krabbenmand’ gebruikt: pogingen van individuen zich aan dit ‘getto’(in meerdere opzichten) te ontworstelen, dus om uit de mand te kruipen, worden door de andere krabben in de mand tegengewerkt of ongedaan gemaakt. Zij die er wel in slagen worden niet zelfden gebrandmerkt als ‘verraders’.

Het Marokkanendrama liet zien waarom het bij de problemen met Marokkaanse jongeren om een complex maatschappelijk vraagstuk gaat waarvan de oplossing niet, en zeker niet in de eerste plaats of alleen gelegen is bij politie en justitie. Er moet gesleuteld worden aan de voorkant van het probleem en dat vraagt om een gecombineerde inspanning van zowel de Marokkaanse gemeenschap zelf als al die eerstelijns professionals in zorg, hulpverlening, onderwijs, maatschappelijk werk enz. Cruciaal daarbij is dat de Marokkaanse ‘gemeenschap’ zelf verantwoordelijkheid neemt voor eigen lot en handelen. Bestuur en hulpverlening moeten goede initiatieven van ‘binnenuit’ steunen en stimuleren. 

Terug