Krakers in Amsterdam anno 2009

(2010). F. van Gemert, D. Siegel, R. Visser, D. Dadusc en C. Brouwers (Vrije Universiteit Amsterdam). Verkenningen 46

Samenvatting

In de hoogtijaren van de krakersrellen, einde jaren ’70 en begin jaren ’80, bestond er in de samenleving vrij brede steun voor de achterliggende motieven van de strijd tegen woningleegstand. Sinds die tijd is het aantal krakers enorm gedaald en lijkt ook de kraakbeweging van karakter veranderd. Van brede maatschappelijke steun is inmiddels nauwelijks nog sprake ook omdat het achterliggende probleem veel minder speelt. Er ligt nu zelfs een wetsvoorstel voor om het kraken te verbieden. Niettemin is betrekkelijk weinig bekend over de kraakbeweging van nu, hoe groot die is, en hoe divers, en waardoor die wordt gemotiveerd. Daar wil deze verkennende studie antwoord op geven. Hij beperkt zich tot de krakerscene in Amsterdam: wie maken er deel van uit, wat is het aandeel van buitenlanders en hoe zit het met geweldgebruik. De huidige scene is in kaart gebracht met literatuuronderzoek, politiedata, participerende observaties en interviews.

Duidelijk wordt dat nauwelijks gesproken kan worden van ‘de krakers’ aangezien de groep zeer divers is. Er is een ‘oude’ kern die als vanouds sterk ideologisch is gemotiveerd, al is het actieterrein verbreed naar allerlei (vermeende) maatschappelijke misstanden. Daarnaast is er een groep die vooral uit is op goedkope woonruimte en een eveneens divers samengestelde groep van buitenlanders van uiteenlopende nationaliteit. De ‘oude kern’ is stevig genesteld in een aantal (oude)wijken en werkt volgens tamelijk gestandaardiseerde en professionele procedures en protocollen. Er is een Kraakspreekuur (KSU), er zijn draaiboeken en handleidingen om te achterhalen of een pand daadwerkelijk leegstaat en vaste procedures voor het uitvoeren van de daadwerkelijk kraak. In deze zin is sprake van een zekere graad van organisatie en professionalisering. Daarnaast zijn er ook krakers, waaronder veel buitenlanders, die op eigen houtje handelen en die zeer toepasselijk worden aangeduid als ‘wildkrakers’. Deze wildkrakers opereren los van de ‘gevestigde’ kraakbeweging en zijn er ook niet op uit om een geode band op te bouwen met buurtbewoners. Het aandeel buitenlanders laat zich moeilijk precies schatten. Toch lijkt hun aandeel relatief groot.

De onderzoekers concluderen dat kraken in Amsterdam zich meestal voltrekt zonder dat er veel ophef over gemaakt wordt en dat de kraakbeweging vergaand is ‘gepacificeerd’: geweldgebruik is sterk afgenomen en er wordt ook stelling genomen tegen onnodige vernielingen. Dat neemt niet weg dat soms (bedrijfs)panden volledig worden uitgewoond en, bij de ontruiming van wat men zelf prestige objecten vindt, gepast geweld niet wordt geschuwd. Maar in de meeste gevallen veropen ontruimingen volgens een bepaald vast ritueel waarin ook van de kant van de politie de-escalerend optreden de norm is. Hetgeen niet wegneemt dat er veel menskracht van de zijde van de politie mee is gemoeid.

Bestanden downloaden

kraken_anno_2009.pdf
VK46.Kerngegevens.pdf
Terug