Criminaliteit onder Midden- en Oost-Europeanen.

Een inventariserend onderzoek naar de omvang en aard van de criminaliteit onder migranten uit de Midden- en Oost-Europese EU-landen (2014). J. de Boom, Y Seidler en A.M. Weltevrede (Risbo, Erasmus Universiteit Rotterdam). Verkenningen 70

Samenvatting 

Het betreft een inventariserend onderzoek naar mogelijkheden om de omvang en aard van de criminaliteit onder migranten uit de Midden- en Oost-Europese EU landen in kaart te brengen. Ook wordt gekeken naar de demografische kenmerken van deze verdachtenpopulatie. Het onderzoek dient te worden gezien als een kwantitatieve aanvulling op het kwalitatieve onderzoek naar mobiel banditisme van Dina Siegel (2013). 
Om de criminaliteit in kaart te brengen is gebruik gemaakt van het Herkenningsdienst systeem (HKS) van de politie dat een overzicht geeft van de geregistreerde verdachten. Dit wordt verder aangevuld met bevolkingsstatistieken van het CBS in Statline. 
Het blijft echter moeilijk om te achterhalen wat de werkelijke criminaliteitsgraad is omdat een groot aantal Midden- en Oost-Europeanen niet ingeschreven staat in de gemeentelijke registraties. Daarom is in het onderzoek een onderscheid gemaakt tussen de groep die officieel gevestigd is en de niet-ingezetenen. 
Van de 10.022 personen van Midden- en Oost-Europese herkomst die in 2012 verdacht is van een misdrijf is 70 procent niet ingeschreven. Mogelijk is een groot deel hiervan tijdelijke arbeidsmigrant of valt onder het mobiel banditisme: in bestelling van opdrachtgevers specifieke goederen stelen. Het overgrote gedeelte (83,1%) van alle verdachten is man. De woonregio verschilt nauwelijks tussen de ingezetenen en niet ingezeten verdachten. Onder de ingezeten Midden- en Oost-Europeanen is de criminaliteitsgraad 2,0 procent. Dat ligt 0,8 procent hoger dan gemiddeld onder alle ingezetenen van Nederland. Mogelijk kan de hoge criminaliteitsgraad onder Midden- en Oost-Europeanen deels verklaard worden door het grote aandeel jongvolwassenen. 
Als gekeken wordt naar de criminaliteitspatronen dat is te zien dat de ingezeten Midden- en Oost-Europeanen met name verdacht zijn van verkeers- en geweldsdelicten. De niet-ingezetenen worden vooral verdacht van geweldloze vermogensdelicten.

Op basis van deze cijfers geldt dat de criminaliteitsgraad van de Midden- en Oost-Europeanen lager ligt dan onder Nederlanders van niet-westerse afkomst. 
Helaas kan op basis van de kwantitatieve resultaten van dit inventariserende onderzoek echter niet bepaald worden wat de precieze omvang is van de totale migratiecriminaliteit en/of de overlevingscriminaliteit onder Midden- en Oost-Europeanen.

Bestanden downloaden

Criminaliteit_onder_Midden_en_Oost_Europeanen.pdf
VK70.Kerngegevens.pdf
Terug