Juridische advisering bij de opsporing telt?!

Een onderzoek naar de effectiviteit van juridische advisering bij TGO-onderzoeken in de politie-eenheid Den Haag (2020). A. Scholtens, P. van Lochem Verkenning 85

Samenvatting
Dit verkennende onderzoek is uitgevoerd op verzoek van de eenheid Den Haag. In Den Haag is gewerkt met een pilot waarbij juridisch advies werd gegeven bij opsporingsonderzoeken om de kwaliteit van de opsporing (beoogd) te verbeteren. Dat wil zeggen dat minder op de ervaring en intuïtie van de rechercheurs wordt vertrouwd, maar meer gebruik zal worden gemaakt van actuele jurisprudentie en structurele toepassing van de zogenoemde bewijsmatrix voor de interpretatie van de juridische waarde van bewijs. Om te kunnen bepalen of deze nieuwe adviserende rol als onderdeel van de politiële opsporing definitief geïmplementeerd zou moeten worden wilde men eerst laten onderzoeken of deze nieuwe rol van meerwaarde is voor de opsporing. Daarom is aan Politie en Wetenschap gevraagd om hen daarbij te ondersteunen.

In de onderzoeksperiode van januari– oktober 2019 is gekeken naar juridische advisering bij TGO-onderzoeken door twee WO-juristen. De primaire onderzoeksvraag was: Wat is het effect van de juridische advisering door WO-juristen bij TGO-onderzoeken en heeft deze meerwaarde? Er is daarvoor eerst gekeken wat de criteria zijn waarmee het effect van de juridische advisering door WO-juristen bij TGO-onderzoeken kan worden bepaald. Deze waren namelijk nog niet vastgesteld.

Aan de hand van een zelfrapportage, die door de juridisch specialisten werd bijgehouden, hebben ze bekeken welke (type) adviezen er worden gegeven en of deze zijn opgevolgd. Met een kwantitatieve effectmeting (nul- en éénmeting) hebben ze onderzocht of effecten van de juridische advisering in de procesdossiers van TGO-onderzoeken zichtbaar zijn. Ze hebben tot slot een opinieonderzoek uitgevoerd waarin ze de ervaringen van politiemedewerkers en het OM met de juridische advisering hebben geïnventariseerd.

De juridische advisering wordt inmiddels door een groot deel van de TGO-leden omarmd; nagenoeg iedereen was enthousiast over de inbreng en vond het een zinvolle aanvulling op de eigen taken. Inmiddels is een werkwijze ontstaan waarin de juridisch specialist door de teamleiding wordt uitgenodigd om gedurende het TGO-onderzoek mee te lezen en waar nodig te adviseren. De adviezen die in de zelfrapportageperiode zijn gegeven, zijn nagenoeg allemaal overgenomen, tenzij door verandering van omstandigheden, zoals de bekentenis van een verdachte, het advies zijn relevantie verliest. Er is een kwalitatieve verbetering zichtbaar is van de TGO-dossiers op drie van de vier criteria die zijn bekeken. De wijze waarop de huidige juridisch specialist functioneert, lijkt randvoorwaardelijk om de functie ook succesvol te kunnen implementeren. Dat betekent dat er eisen gesteld moeten worden aan de functie die niet alleen inhoudelijk van aard zijn, maar ook de persoon betreffen.

Het opinieonderzoek wees uit dat de politieorganisatie en het OM blij is met juridische adviezen die tot meer dichtspijkeren leiden en zich niet zozeer tot doel hebben gesteld om minder omvang van dossiers en bewijsvoering te bereiken. Naar de mening van de onderzoekers zou hogere juridische kwaliteit samen moeten gaan met een verminderde bewijsomvang en zou dit dus ook expliciet een doel moeten worden.

Bestanden downloaden

VK85.pdf
VK85.Kerngegevens.pdf
Terug