Spelen met weerbarstigheid

Belemmerende patronen en doorbrekende handelingsperspectieven bij het ontwikkelen van basisteams (2015). W. Landman, R.M. Kouwenhoven en M. Brussen (Twynstra Gudde, Amersfoort). Politiewetenschap 85
Belemmerende patronen en doorbrekende handelingsperspectieven bij het ontwikkelen van basisteams (2015). W. Landman, R.M. Kouwenhoven en M. Brussen (Twynstra Gudde, Amersfoort). Politiewetenschap 85
Onderzoek naar de achtergronden van een hardnekkig verschijnsel (2015). J. Kort en J.B. Terpstra (Radboud Universiteit, Nijmegen). Politiewetenschap 86
Samenvatting
Demonstratieve kampementen komen de laatste jaren veel voor. Vanwege hun vorm en ook duur zijn de maatschappelijke lasten vaak hoog. Burgemeesters en politie worstelen om die reden met de vraag hoe om te gaan met deze nieuwe demonstratievorm. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen zijn op zoek gegaan naar een oplossing die recht doet aan zowel de fundamentele betogingsvrijheid als aan de rechten, vrijheden en belangen van anderen. Aan de hand van een rechtsvergelijkende analyse van het Duitse, Engelse en Europese recht hebben zij verschillende beperkingsmethoden gevonden. Nadat zij die op hun bruikbaarheid en rechtsstatelijkheid hebben getoetst, concluderen zij dat toepassing van de zogenoemde kernrechtleer de beste oplossing biedt. Deze leer maakt een onderscheid tussen enerzijds de kern van het betogingsrecht – dat wil zeggen het gemeenschappelijk in het openbaar uiten van een mening – en anderzijds de uitingsvorm. Zolang aan iedere uitingsvorm, in dit geval het kampement, ruimte van enige betekenis wordt gelaten, blijft de kern van het betogingsrecht onaangetast. Er kan dus met tenten worden gedemonstreerd, maar slechts op gezette tijden.
Uit literatuur- en jurisprudentieonderzoek en interviews met voor betogingen verantwoordelijke gemeente- en politieambtenaren van de G4 blijkt dat de problematiek behoorlijk groot is. Kampementen van actiegroepen als onder meer Occupy en uitgeprocedeerde asielzoekers zijn terugkerende fenomenen die lokale bestuurders en politie grote zorgen baren. De tentenkampen vinden plaats op terreinen die hiervoor absoluut niet geschikt zijn. Door het ontbreken van de meest essentiële voorzieningen gaan zij vaak gepaard met onhygiënische toestanden waardoor serieuze gezondheidsproblemen dreigen, alsook hinder en brandgevaar, niet alleen voor de betogers zelf, maar ook voor omwonenden. Er is behoefte bij gemeenten en politie aan een bevoegdheid om deze betogingsvorm verdergaand te kunnen beperken dan nu mogelijk is. Echter niet om te verbieden, want dat zou onevenredige afbreuk doen aan de grondwettelijk en verdragsrechtelijk beschermde betogingsvrijheid.
Demonstratieve tentenkampen van min of meer permanente duur vormen een wereldwijd probleem. Bij het zoeken naar een aanvaardbare oplossing kunnen Nederlandse autoriteiten daarom kijken naar de ervaringen in het buitenland. De onderzoekers richtten hun vizier met name op het Duitse en Engelse rechtssysteem en het Europese recht zoals vormgegeven door het Europese Hof. Van de geanalyseerde beperkingsmethoden komt die waarbij de uitingsvorm beperkte bescherming geniet er als beste uit. In tegenstelling tot de andere methoden morrelt zij niet aan de reikwijdte van het grondrecht en laat zij de kern van het recht tot betoging onaangetast. Demonstreren door middel van een tentenkamp moet toegestaan blijven – om de vrijheid van betoging de ruimte te laten die haar toekomt – maar de gemeente mag wel voorwaarden stellen aan de duur en het moment.
Voor deze methode is geen wetswijziging vereist. Rechtbanken pasten deze beperkingswijze al enige keren toe bij demonstratieve kampementen. Het wachten is op de hoogste bestuursrechter.
Samenvatting
Demonstraties zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Dat brengt de nodige kosten mee voor de overheid. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen hebben onderzocht of die kosten omlaag kunnen door organisatoren en deelnemers zelf verantwoordelijk te maken voor het ordelijk verloop van demonstraties. In Duitsland en Engeland is men hierin geslaagd, zonder het fundamentele recht om te betogen uit te hollen of de openbare orde in gevaar te brengen. Organisatoren zijn in Duitsland verplicht private ordebewaarders in te zetten. In Engeland hanteert men een meer op communicatie gericht beleid, waarbij private ordebewaarders een belangrijke rol innemen. De Duitse en Engelse aanpak heeft ertoe geleid dat demonstraties ordelijker verlopen en men minder politie hoeft in te zetten. De onderzoekers stellen voor een vergelijkbare aanpak ook in Nederland in te voeren.
Het Duitse demonstratierecht vereist een organisator bij iedere demonstratie en verplicht de organisator tot de inzet van private ordebewaarders. In Engeland is het demonstratiebeleid recentelijk op de schop gegaan: de politie investeert daar tegenwoordig veel meer in de communicatie met demonstratieorganisatoren en hun ordebewaarders. Niet alleen voorafgaand aan en tijdens demonstraties, maar ook na afloop ervan. Dit heeft geleid tot een reducering van de kosten en daarmee een verlichting van de druk op gemeenten, politie en samenleving. Een bijkomend effect is dat betogingen minder vaak ontaarden in wanordelijkheden, zodat ook de internationaalrechtelijk verankerde fundamentele betogingsvrijheid niet in het gedrang komt.
Het huidige Nederlandse recht biedt voor de verplichting van private ordebewaarders bij betogingen onvoldoende formeel-wettelijke basis. Een wijziging van de Wet openbare manifestatie is daarom noodzakelijk. Bij een eventuele herziening kan de Duitse en Engelse regeling model staan.
Een studie naar slachtofferschap en modus operandi van identiteitsfraude in Nederland (2015). L. Paulissen en J. van Wilsem (Universiteit Leiden). Politiewetenschap 82
Een exploratieve studie naar recidive en re-integratie van jihadistische ex-gedetineerden (2015). D.J. Weggemans en B.A. de Graaf (Universiteit Leiden / Universiteit Utrecht). Politiewetenschap 81
Het optimaliseren van aanhouding en zelfverdediging in de praktijk (2015). P.G. Renden, A. Nieuwenhuys, G.P.T. Willemsen en R.R.D. Oudejans (MOVE Research Institute, Amsterdam). Politiewetenschap 53c
Effecten van aanleg en trainingservaring op de schietprestatie onder druk (2015). A. Landman, A. Nieuwenhuys en R.R.D. Oudejans (MOVE Research Institute, Amsterdam). Politiewetenschap 53d
Een onderzoek naar werkgerelateerde stress en secundaire posttraumatische groei binnen een bijzondere groep politieambtenaren (2015). L.J.A. Bollen, M.C. Saan, M.J.J. Kunst, B.W.C. Zwirs, K.F. Kuijpers (Universiteit Leiden). Politiewetenschap 80
De invloed van beeld, geluid en schrift op het oordeel over verdachtenverhoren (2015). M. Malsch, R. Kranendonk, J. de Keijser, H. Elffers, M. Komter en M. de Boer (NSCR, Amsterdam). Politiewetenschap 79