Andere manier briefen leidt tot effectievere sturing politieoptreden

De operationele politiebriefing onderzocht (2) Nieuwe publicatie in de reeks Politiekunde van het Programma Politie en Wetenschap.

De operationele politiebriefing wordt effectiever als opdrachten meer op de persoon worden uitgegeven. Dit blijkt uit een onderzoek van Crisislab, waarin samen met twee politiebasisteams twee nieuwe vormen van briefing zijn ontwikkeld als onderdeel van een breder sturingsconcept. De basis van deze briefings bestaat uit het gericht op de persoon uitgeven van opdrachten en het digitaal aanbieden van geprioriteerde taakinformatie. De politiemedewerker moet dus zelf de geprioriteerde informatie opzoeken. De plenair gepresenteerde briefing komt daarmee te vervallen.  Politiemedewerkers blijken het krijgen van een specifieke opdracht als bijzonder positief te ervaren. Er is wel aandacht nodig voor de rol van de politiechef die directief moet sturen op de werkopdrachten.
De operationele politiebriefing staat als sturingsinstrument al lange tijd centraal in de (nationale) doctrines over de gewenste werkwijzen van de politie. Met de introductie van de Nationale Politie is het thema (de)briefen zelfs nog nadrukkelijker op de agenda gezet: het thema is als een van de vier focuspunten voor de aankomende jaren benoemd.
In 2012 heeft Crisislab een eerder onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van de operationele politiebriefing als sturingsinstrument. Een van de bevindingen was dat opdrachten en informatie in de plenair gepresenteerde briefing nauwelijks onthouden worden omdat er teveel en te weinig toegespitste informatie wordt gegeven. In dit vervolgonderzoek zijn daarom samen met de politie nieuwe briefingsconcepten ontwikkeld. Aan de hand van een effectmeting, vergelijkbaar met het onderzoek uit 2012, is onder andere gekeken of deze briefingsconcepten als sturingsinstrument effectiever zijn dan de plenaire briefing.
Een eerste bevinding is dat de opdrachten die nu gericht op de persoon werden uitgegeven beter werden onthouden dan in de plenair gepresenteerde briefing. De nieuwe briefingsconcepten zijn daarmee ten minste in potentie als sturingsinstrument effectiever gebleken dan de klassieke plenaire briefingsopzet.
Een tweede bevinding is dat politiemedewerkers het krijgen van een specifieke opdracht als bijzonder positief ervaren. Het maakt hen verantwoordelijk voor een specifieke taak en maakt duidelijk wat zij concreet moeten doen.
Een derde bevinding is dat het zwakste punt in de uitvoering van de bedachte sturingsconcepten het optreden van de operationeel leidinggevenden is. Het blijkt voor hen lastig om directief te sturen wanneer uitvoerende politiefunctionarissen zonder goede reden afwijken van opdrachten. De betreffende leidinggevenden zijn in de huidige politiepraktijk nog onvoldoende gewend om daadwerkelijk directief sturing te geven aan de uitvoering. Een succesvolle implementatie van de nieuwe briefingsconcepten vraagt dan ook om aandacht voor het trainen van politiechefs in directieve sturing van de uitvoering.


NADERE INFORMATIE:

Van de zijde van de onderzoekers:
- Astrid Scholtens, Crisislab:  06-10525780

Van de zijde van Politie en Wetenschap:
- Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-13216168

De operationele politiebriefing onderzocht (2). Een actie(vervolg)onderzoek om tot een effectieve politiebriefing te komen
Door: A. Scholtens. Politiekunde 51a, Politie en Wetenschap, Apeldoorn; Reed Business, Amsterdam 2015.

Het rapport is gratis te downloaden als PDF en als E-book van de website www.politieenwetenschap.nl

Terug