Bestuurlijke rapportage bij sluiting drugspanden kan beter en sneller
'Bestuurlijke rapportage bij sluitingen van drugspanden. Onderzoek naar het succesvol opstellen, aanbieden en opvolgen van bestuurlijke rapportages in artikel 13b Opiumwet-zaken’
Nieuwe publicatie in de reeks Politiekunde van het Programma Politie en Wetenschap.
Bestuurlijke rapportages kunnen beter en sneller worden opgesteld, aangeboden en opgevolgd in zaken over sluitingen van drugspanden. Dit blijkt uit vandaag gepubliceerd onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en Onderzoeksbureau Breuer&Intraval in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. De burgemeester kan sinds een aantal jaren bestuursrechtelijk optreden tegen drugshandel en hennepteelt in woningen en andere panden. De burgemeester wordt door de politie op de hoogte gesteld van dergelijke drugsactiviteiten middels een bestuurlijke rapportage. Deze rapportages bevatten onder meer informatie over de aangetroffen drugsactiviteit, de locatie en de betrokken personen. De informatiedeling van de politie naar gemeenten laat nog te wensen over. Daarom doen de onderzoekers aanbevelingen om de kwaliteit van bestuurlijke rapportages te verbeteren en het proces rondom het opstellen, aanbieden en opvolgen te verkorten.
Het onderzoek
Eén van de belangrijkste instrumenten binnen de bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit is de bevoegdheid van de burgemeester om een last onder bestuursdwang op te leggen indien er sprake is van drugshandel of hennepteelt in een woning of ander pand (artikel 13b Opiumwet). In de praktijk resulteert de toepassing van deze bevoegdheid in het sluiten van de woning of het pand, het opleggen van een last onder dwangsom of het geven van een waarschuwing. Omdat de bestuurlijke rapportage als grondslag voor het besluit van de burgemeester dient en tevens als bewijsstuk binnen een eventuele rechtszaak, spelen deze rapportages een belangrijke rol binnen de bestuurlijke aanpak. Zowel de inhoudelijke kwaliteit als de wijze en snelheid waarop de rapportages worden opgesteld, aangeboden en opgevolgd, kunnen beter. Daarnaast is onduidelijk wat een burgemeester nodig heeft van de politie om een juridisch ‘houdbaar’ besluit te kunnen nemen op grond van artikel 13b Opiumwet. Door middel van interviews met experts en betrokkenen (gemeenteambtenaren en politiefunctionarissen), een kwalitatieve analyse van jurisprudentie en bestuurlijke rapportages, en een kwantitatieve analyse van het tijdsverloop tussen constatering van de overtreding en sluiting van het pand, hebben de onderzoekers onderzocht hoe bestuurlijke rapportages succesvoller kunnen worden opgesteld, aangeboden en opgevolgd.
Vijf aanbevelingen voor de bestuurlijke rapportage
De onderzoekers adviseren om een landelijke uniforme checklist te ontwikkelen, waarbij aansluiting wordt gezocht bij het rechterlijke beoordelingskader van artikel 13b Opiumwet-besluiten. In het rapport laten onderzoekers zien uit welke onderdelen de checklist moet bestaan en waarom. Uit een bestuurlijke rapportage moet blijken of de burgmeester bevoegd is om op te treden op grond van artikel 13b Opiumwet (is er sprake van drugshandel) en of de maatregel noodzakelijk (informatie over de soort drugs, eventuele aangetroffen voorwerpen en binnengekomen (overlast) meldingen) en evenredig is. Zo zijn de aanwezigheid van minderjarige kinderen en de woonsituatie relevant.
Uit het onderzoek blijkt dat er gemiddeld twintig dagen zit tussen aantreffen van de overtreding en het opmaken of ontvangen van de bestuurlijke rapportage. De onderzoekers stellen voor dat politiefunctionarissen eerst een korte vooraankondiging opstellen en deze direct na de doorzoeking delen met de gemeente. Zo wordt de burgemeester eerder in staat gesteld om een voornemen tot optreden te sturen naar de betrokkenen en zo het proces tot aan de besluitvorming te versnellen, zonder dat van de politie wordt verwacht dat deze de definitieve bestuurlijke rapportage in kortere tijd oplevert.
Andere aanbevelingen zijn om in te zetten op het verbeteren van de samenwerking en communicatie tussen politie en gemeente en om de bestuursrechtelijke kennis bij politiefunctionarissen te vergroten. Tot slot raden de onderzoekers aan om de inhoud van bestuurlijke rapportages te blijven aanpassen op de ontwikkelingen in de jurisprudentie over de toepassing van artikel 13b Opiumwet. De onderzoekers zijn momenteel bezig met de uitwerking van de eerste twee aanbevelingen: het ontwikkelen van een checklist voor het opstellen van bestuurlijke rapportages en het invoeren van een vooraankondiging.
NADERE INFORMATIE:
Van de zijde van de onderzoekers:
- Michelle Bruijn, 06 31 98 24 41 ([email protected])
- Ralph Mennes, 06 22 35 87 97 ([email protected])
Van de zijde van Politie en Wetenschap:
- Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-13216168
‘Bestuurlijke rapportage bij sluitingen van drugspanden. Onderzoek naar het succesvol opstellen, aanbieden en opvolgen van bestuurlijke rapportages in artikel 13b Opiumwet-zaken’. (PK120)
Door: L.M. Bruijn, R. Mennes, J.A. de Muijnck, M. Vols. Politiekunde 120, Politie en Wetenschap, Den Haag; Sdu Uitgevers, Den Haag 2022.
Het rapport is gratis te downloaden als PDF of als E-book van de website www.politieenwetenschap.nl
Gerelateerde publicaties
Bestuurlijke rapportage bij sluitingen van drugspanden
Gepubliceerd in 2022 in de categorie Politiekunde
Onderzoek naar het succesvol opstellen, aanbieden en opvolgen van bestuurlijke rapportages in artikel 13b Opiumwet-zaken (2022). L.M. Bruijn, R. Mennes, J.A. de Muijnck, M. Vols Politiekunde 120
Lees meer