Integrale analyse biedt kansen bij opsporing van synthetische drugs

De Intelligence Paradox. Lessen uit de integrale pilot Analyse Synthetische Drugs in Oost-Nederland

Nieuwe publicatie in de reeks Politiekunde van het Programma Politie en Wetenschap.

De laatste jaren worden ook in Gelderland steeds meer drugsproductielocaties en -dumpingen aangetroffen. Yvette Schoenmakers Onderzoek & Advies heeft in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap een team van analisten in Oost-Nederland gevolgd die integraal zicht proberen te krijgen op netwerken die zich met synthetische drugs bezighouden. In het onderzoek is gekeken wat succesfactoren en leerpunten zijn geweest in deze samenwerking. Naast de waarde van het samen brengen van informatie van ketenpartners die vaak blijft liggen, blijkt de groepsdynamiek, houding en flexibiliteit van het analistenteam een cruciale factor in de nieuwe werkwijze te zijn.

Eind 2017 lanceerde Politie Oost-Nederland een geregisseerde aanpak van drugsafvaldumpingen, waarbij alle drugsafvaldumpingen in onderzoek genomen moeten worden. Parallel hieraan startten politie, Team Ketentoezicht Gelderse Omgevingsdiensten, Belastingdienst en RIEC in 2018 een pilot Analyse Synthetische Drugs. Analisten van de vier ketenpartners kregen van hun leidinggevenden alle ruimte om samen te pionieren met een integrale analysewerkwijze op het thema synthetische drugscriminaliteit.

De onderzoekers volgden de intelligencepilot van binnenuit, om zo de beslissingen, uitgevoerde handelingen, uitkomsten, de rol van de analisten in het RIEC-verband en partners in het veld te kunnen waarnemen en duiden. Uiteenlopende signalen die mogelijk duiden op synthetische drugsproductie, zoals anonieme meldingen van burgers, waarnemingen van surveillanten en toezichthouders, maar ook drugsafval-incidenten, worden binnen deze pilot door de analisten uitgeplozen. Naast een beschrijving van de werkwijze van dit team en de gebruikte informatiebronnen geeft het vandaag gepubliceerde onderzoeksrapport een gedetailleerde beschrijving van drie casussen waarmee men tijdens de uitvoering van het onderzoek werd geconfronteerd.

De pilot toont aan dat met een gedreven integrale aanpak belangrijke opsporingsinformatie boven tafel gehaald kan worden. Er zijn volop kansen om samen met ketenpartners een beeld te krijgen van de processen en netwerken achter de synthetische drugscriminaliteit. Tegelijkertijd toont het onderzoek ook de versnipperde aanpak in het veld, de gebrekkige slagkracht van de overheid ten aanzien hiervan en de achtergebleven intelligencepositie. De opsporing blijkt momenteel nog niet voldoende in staat de verkregen intelligence bij te houden. In een vervolgproject, dat direct na afsluiting van de pilot van start is gegaan in Oost-Nederland, ligt juist de nadruk op de opvolging van de gepresenteerde informatie en daarmee op de opsporing zelf.


NADERE INFORMATIE:

Van de zijde van de onderzoekers:
- Shanna Mehlbaum, [email protected], 06-48505790
- Jacco Lievaart, [email protected]

Van de zijde van Politie en Wetenschap:
- Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-13216168

‘De Intelligence Paradox.
Lessen uit de integrale pilot Analyse Synthetische Drugs in Oost-Nederland’(PK83A)

Door: Y. Schoenmakers, S. Mehlbaum, Politiekunde 83A, Politie en Wetenschap, Den Haag; Sdu Uitgevers, Den Haag 2019.

Het rapport is gratis te downloaden als PDF of als E-book van de website www.politieenwetenschap.nl

Terug