Politie gebruikt minder fysiek geweld, meer pepperspray en vuurwapen

Met gepast geweld. Politiegeweld in Nederland in 2016

Nieuwe publicatie in de reeks Politiewetenschap van het Programma Politie en Wetenschap.

Politiegeweld staat opnieuw volop in de aandacht. Wat weten we over politiegeweld in Nederland? Regioplan Beleidsonderzoek en de Vrije Universiteit Amsterdam deden in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap onderzoek naar geweldgebruik door agenten in 2016, in vergelijking met de jaren 2000, 2005 en 2010.

Het onderzoek laat zien dat de politie naar verhouding minder vaak fysiek politiegeweld gebruikt maar relatief vaker pepperspray en vuurwapens inzet. De omvang en achtergrond van politiegeweld is nauwelijks veranderd in vergelijking met eerder onderzochte jaren. 

Een mogelijke verklaring voor de geconstateerde verschuiving van fysiek geweld naar de inzet van geweldmiddelen als pepperspray en vuurwapen, is dat politiemensen meer oog hebben voor de eigen veiligheid: meer afstand houden en daarmee ook minder fysiek geweld gebruiken maar eerder andere geweldmiddelen Ook veranderingen in de aansturing van politiemensen, zoals meer druk op noodhulp en gebruik van actuele informatie over de melding, bieden wellicht een verklaring. 

De afgelopen weken stond het gebruik van politiegeweld zowel in de samenleving als binnen de politie weer volop in de aandacht. De maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van de politie zijn hoog, variëren door de tijd en zijn soms zelfs tegenstrijdig. Dat betreft de doeltreffendheid van de taakuitoefening (handhaven van recht en orde) maar zeker ook de integriteit van het gebruik van bevoegdheden zoals geweldgebruik. Daarom is inzicht in de feiten van groot belang: wat zijn de aard en omvang van en de ontwikkelingen binnen het politiegeweld?

Om de aard en omvang van politiegeweld inzichtelijk te maken zijn bijna 10.000 meldingsformulieren geweldaanwending van de basispolitiezorg over 6.711 geweldvoorvallen geanalyseerd. Aanvullend is ter verdieping een dossieranalyse van een selectie van de geweldmeldingen uit 2016 uitgevoerd. Daarnaast zijn de dossiers van de Rijksrecherche uit 2016 onderzocht die betrekking hebben op politiegeweld met ernstig letsel of de dood tot gevolg. De bevindingen over het jaar 2016 zijn vergeleken met bevindingen uit (vergelijkbare) onderzoeken over 2000, 2005 en 2010. Mogelijke verklaringen voor geconstateerde resultaten zijn in beeld gebracht met interviews en een expertmeeting met politiefunctionarissen uit verschillende geledingen van de politie.

Het onderzoek laat zien dat het politiegeweld nauwelijks is veranderd in omvang en achtergrond, in vergelijking tot de jaren 2000, 2005 en 2010. Wel is er een verschuiving van fysiek politiegeweld geweld (duwen, trekken, naar de grond brengen etc.) naar het gebruik van vooral pepperspray en het vuurwapen. Vergeleken met voorgaande jaren is het aandeel van voorvallen waarbij een vuistslag is gegeven en/of de verdachte is gefixeerd, licht toegenomen en het aandeel van de technieken duwen en trekken, naar de grond brengen, verwurgingen, armklemmen en schoppen afgenomen. Gebruik van geweld door de politie vond in een meerderheid van de gevallen plaats na één of meer waarschuwingen. In de helft van de gevallen bleek sprake van voorafgaand geweld door de verdachte, niet zelden een persoon met verward gedrag of iemand onder invloed van verdovende middelen.

Het onderzoek draagt een aantal mogelijke verklaringen aan voor de verschuiving naar pepperspray en vuurwapen. De aandacht van politieagenten voor hun eigen veiligheid lijkt te zijn toegenomen waardoor zij meer fysieke afstand  bewaren en eerder geweldmiddelen als pepperspray en vuurwapen ingezet worden. Experts binnen de politie zien daarnaast een toenemende handelingsverlegenheid van agenten door enerzijds de complexere maatschappelijke problematiek en anderzijds een training met meer nadruk op de inzet van geweldmiddelen. Een mogelijke verklaring is gelegen in de aansturing van politiemensen. Agenten rijden naar verhouding meer op (mogelijk escalerende) noodhulpmeldingen in plaats van algemene surveillance. Bovendien worden agenten tijdens het aanrijden door de meldkamer meer geïnformeerd over de situatie en de personen waar zij naar op weg zijn. 

 

NADERE INFORMATIE: 

Van de zijde van de onderzoekers: 

- Onderzoeker: Dr. J.S. Timmer, Vrije Universiteit Amsterdam

E [email protected]

T 020-5989148

Van de zijde van Politie en Wetenschap:

- Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-13216168

‘Met gepast geweld. Politiegeweld in Nederland in 2016’. (PW118)

Door: Marije Kuin, Frank Kriek (Regioplan), Jaap Timmer (Vrije Universiteit Amsterdam). Politiewetenschap 118, Politie en Wetenschap, Den Haag; Sdu Uitgevers, Den Haag 2020.

Het rapport is gratis te downloaden als PDF of als E-book van de website www.politieenwetenschap.nl 

 

 

 

Terug