Niet meer meldingen van huiselijk geweld bij ZSM tijdens lockdown

Kinderen als slachtoffer, getuige of dader van huiselijk geweld: Aard en afhandeling van door de politie bij ZSM aangebrachte zaken van huiselijk geweld waarbij minderjarigen zijn betrokken

Nieuwe publicatie in de reeks Politiekunde van het Programma Politie en Wetenschap.

Bij minstens een derde van de meldingen bij ZSM van huiselijk geweld is een minderjarige betrokken. Meestal zijn minderjarigen getuige van geweld tussen hun ouders. Sinds begin 2020 is er sprake van een wereldwijde pandemie en maatregelen om de pandemie te beteugelen. In de media wordt veel gewaarschuwd voor de invloed van de coronamaatregelen op huiselijk geweld. Tijdens de eerste 3,5 maand van de coronapandemie werden echter niet meer meldingen van huiselijk geweld gedaan dan in een even lange periode in het najaar van 2019. Ook lijken de gemelde incidenten van huiselijk geweld tijdens de eerste maanden van de lockdown niet ernstiger dan voorafgaand aan de pandemie. Wel waren tijdens de pandemie minderjarigen vaker betrokken bij de incidenten.

Hoewel huiselijk geweld en kindermishandeling alom worden erkend als groot maatschappelijk probleem, is nog veel onbekend over de precieze omvang en ernst. Dagelijks komen meldingen van huiselijk geweld binnen bij de verschillende ZSM-locaties in Nederland. Binnen ZSM worden zaken van veelvoorkomende criminaliteit door verschillende partners (onder andere OM, politie, Veilig Thuis) besproken en streeft de officier van justitie ernaar binnen negen uur een besluit te nemen over het vervolg in een zaak.

Om de meldingen van huiselijk geweld en de betrokkenheid van minderjarigen in kaart te brengen, zijn gedurende vier maanden alle binnengekomen meldingen van huiselijk geweld bij een ZSM-locatie in een grote stad in Nederland bestudeerd. De meeste meldingen hadden betrekking op een geweldsincident tussen partners of ex-partners. Bij minimaal een derde van de meldingen zijn één of meerdere minderjarigen betrokken. Waarschijnlijk ligt het werkelijk aantal hoger, omdat niet voor alle meldingen bekend is of minderjarigen betrokken zijn. Meestal zijn minderjarigen getuige van geweld tussen hun ouders. Veel minder vaak zijn minderjarigen zelf direct slachtoffer van het geweld of zijn zij de pleger.

De uitbraak van de coronapandemie ten tijde van het onderzoek bood een uitgelezen kans om de invloed van de isolerende maatregelen op de aard en omvang van huiselijk geweld te onderzoeken. Doordat het huidige onderzoek al liep in de maanden voor corona, was het mogelijk meldingen van huiselijk geweld in de maanden voor de intrede van corona te vergelijken met de meldingen van huiselijk geweld die in de eerste 15 weken van de beperkende maatregelen (waaronder de intelligente lockdown) bij ZSM binnenkwamen. Hieruit blijkt dat in de eerste 15 weken van de pandemie niet meer meldingen van huiselijk geweld bij de onderzochte ZSM-locatie binnenkwamen dan in een even lange periode in het najaar voorafgaand aan de pandemie. Ook de aard van het geweld (fysiek, psychisch, vernieling), de ernst van het geweld (afgaande op de verwondingen bij het slachtoffer) en de relatie tussen dader en slachtoffer was niet anders. Wel waren vaker dan voor de pandemie minderjarigen betrokken bij de geweldsincidenten, net als voor de pandemie meestal als getuige.

NADERE INFORMATIE: 

Van de zijde van de onderzoekers: 

- Onderzoeker: Prof. dr. Joke Harte – 020-5986217 [email protected]

Van de zijde van Politie en Wetenschap:

- Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-13216168

Kinderen als slachtoffer, getuige of dader van huiselijk geweld: Aard en afhandeling van door de politie bij ZSM aangebrachte zaken van huiselijk geweld waarbij minderjarigen zijn betrokken (PK115)

Door: V. van Koppen, M. Bruggeman, R. Houston & J. Harte. Politiekunde 115, Politie en Wetenschap, Den Haag; Sdu Uitgevers, Den Haag 2022.

Het rapport is gratis te downloaden als PDF of als E-book van de website www.politieenwetenschap.nl.

 

Terug