CSI-assistent

Advies bij forensisch onderzoek van woninginbraken. (2018)

Ir. P.C.A.M. de Bruyn, Dr.ir. W.E. Bosma, dr. J. Bijhold (NFI)

Toelichting
De forensische opsporing van de politie heeft enkele jaren geleden de behoefte geuit om de keuzes en beslissingen t.a.v. het forensisch onderzoek op een Plaats Delict te verbeteren en te expliciteren op basis van wetenschappelijk onderzoek. Deze keuzes en beslissingen betreffen vooral het bemonsteren en veiligstellen van forensische sporen (waar zoeken naar welke sporen) en het selecteren van ‘stukken van overtuiging’ voor vervolgonderzoek, bijvoorbeeld door het NFI. Daarnaast is de behoefte geuit om inzicht te krijgen in de invloed van omstandigheden hierop. Zowel delict gerelateerde omstandigheden (zoals modus operandi en andere informatie uit de aangifte en eerste bevindingen) als niet-delict gerelateerde omstandigheden (zoals woonomgeving, sociale omstandigheden, weer).

Politie & Wetenschap heeft meegewerkt aan de eerste fase van het ontwikkelen van een beslissingsondersteunend systeem. In deze pilotstudie worden de keuzes en beslissingen van politiemensen op een Plaats Delict bij woninginbraken ondersteund met informatie over eerder verrichte woninginbraken, zoals die is opgenomen in registratiesystemen van de politie (BVH, Havank) en NFI (Promis). Het gaat om grote hoeveelheden data.  De rapportage is een beschrijving en methodische verantwoording van de ontwikkeling van het beslissingsondersteunend systeem. Uiteindelijk zou de Forensische Opsporing op basis van dit systeem bijvoorbeeld met behulp van een app advies kunnen krijgen tijdens het forensisch onderzoek op een Plaats Delict.

Via de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie is een selectie van gegevens uit BVH verkregen ten behoeve van het onderzoeksproject. Na een eerste analyse van de verkregen bestanden is door middel van de gekoppelde bestanden achterhaald hoe de modus operandi en de vindplaatsen van sporen op de Plaats Delict van invloed waren op een succesvol resultaat van een forensisch vervolgonderzoek; hierbij is gekozen voor vingerafdrukken en DNA-sporen. Op basis van deze resultaten is een prototype gepresenteerd dat onderbouwd advies kan geven bij het forensisch onderzoek op een Plaats Delict van een woninginbraak. Het prototype is dus het belangrijkste product van deze studie. Het NFI werkt nu samen met de politie aan de operationalisering van het proof of concept.

 

 

Bestanden downloaden

CSI-Assistant.pdf
CSI-Assistant-Bijlage.pdf
Terug