Overbelast?

De administratieve belasting van politiemensen bij de afhandeling van jeugdzaken (2008). G. Brummelkamp en M. Linssen (EIM, Zoetermeer). Politiekunde 18

Samenvatting

Hardnekkige klachten en zorgen zijn aanleiding geweest om de feitelijke administratieve belasting rond jeugdzaken te meten. Het onderzoek brengt het proces in beeld dat volgt op een aanhouding van een minderjarige. Dat is gebeurd in drie regiokorpsen: Flevoland, Haaglanden en Kennemerland. Veelvoorkomende handelingen zijn het invullen van een Landelijk Overdrachtsformulier (LOF), het informeren van het openbaar ministerie over een zaak per fax, het informeren van instellingen voor jeugdwelzijn (Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg).
Over de zin daarvan bestaat weinig discussie. Wel over de vraag of de afhandeling niet efficiënter kan.
Het blijkt evenwel dat de gemeten administratieve belasting als percentage van de totale capaciteit voor jeugdzaken, meevalt: hij bedraagt tussen de 17% tot 8,5 %. Dat toont aan dat de feitelijke belasting lager is dan de beleefde belasting. Administratieve handelingen zijn niet zozeer tijdrovend maar veelal wel slepend en ergerniswekkend. In de eerste plaats vanwege de gebruikersonvriendelijke systemen. In de tweede plaats vanwege - al dan niet voorgeschreven- terugkoppeling en overleg met interne functionarissen en externe partijen. Hiermee zijn de feitelijke lasten in minuten uitgedrukt weliswaar beperkt, maar worden deze lasten meestal gespreid over een langere tijd, soms zelfs meerdere dagen. Bij direct betrokkenen kan daardoor het gevoel ontstaan dat er geen einde aan de afhandeling van een zaak komt.
Verschillen in de wijze van afhandeling tussen korpsen laten evenwel zien dat er wel degelijk efficiëncy-winst te behalen valt. Daar wordt een aantal aanbevelingen toe gedaan.

Bestanden downloaden

PK18.Kerngegevens.pdf
Terug