De aangifte van delicten bij de multichannelstrategie van de politie
(2016). P. Boekhoorn en J. Tolsma (BBSO, Nijmegen; Radboud Universiteit, Nijmegen). Politiekunde 75
Samenvatting
Het aandeel aangiften via internet ligt momenteel op bijna 40 procent. Het betreft met name de relatief lichte delicten. De politie stimuleert deze digitalisering van de aangiften uit efficiencyoverwegingen. Met name laagopgeleiden, allochtone burgers en ook ouderen hebben echter een voorkeur voor persoonlijk contact met de politie bij het doen van aangifte. Bij slachtofferschap van een delict met een sterke emotionele impact is het aandeel burgers met een voorkeur voor persoonlijk contact nog groter. Dit blijkt uit een onderzoek van BBSO en de Radboud Universiteit. Burgers moeten dus voldoende alternatieven voor internetaangifte worden geboden, juist ook als er meer politiebureaus sluiten.
Voor het stimuleren van de aangiftebereidheid en het vereenvoudigen van het aangifteproces, is bij de politie de zogenaamde ‘multichannelstrategie’ ontwikkeld. In deze aanpak, die vanaf 2012 fasegewijs is geïmplementeerd, worden aan de burger verschillende kanalen aangeboden om - naar gelang het delict- aangifte te doen. Die kanalen zijn internet, telefonie, op het politiebureau of op locatie van het slachtoffer van een delict. De aanpak vloeit voort uit één van de prioriteiten van de nationale politie om de dienstverlening aan de burger te verbeteren en tot één dienstverleningsconcept te komen. In dit onderzoek is gekeken hoe burgers de diverse kanalen bij de aangifte beoordelen en welke ervaringen de politie zelf heeft met deze aangiftevoorzieningen. Daarvoor is een grootschalige enquête afgenomen onder burgers in tien gemeenten en zijn diepte-interviews gehouden met betrokken politiefunctionarissen.
De politie hanteert in de kanalisering van de aangiftestroom een benadering waarbij de burger het aangiftekanaal zelf kan kiezen, maar waarbij de politie dit proces ook ‘regisseert’. In deze aanpak worden aangiften van relatief lichte delicten zoveel mogelijk via internet of telefoon opgenomen.
De studie wijst uit dat 40% van de burgers tevreden is met de behandeling door de politie van hun melding of aangifte van een strafbaar feit. Hoewel het gebruiksgemak van de internetaangifte in principe wordt gewaardeerd bij lichte delicten, geeft de behandeling van de aangifte via het digitale kanaal toch de grootste ontevredenheid. Vooral lager opgeleiden, allochtone Nederlanders en ouderen hebben een grote voorkeur voor persoonlijk contact en een te grote sturing richting internetaangifte kan van invloed zijn op hun aangiftebereidheid. Bovendien plaatsen de onderzoekers vraagtekens bij een al te grote verwachting over de efficiency van digitale aangiften. Politiemensen geven aan dat digitale aangiften regelmatig ertoe leiden dat er later door de politie alsnog extra opsporingsinformatie moet worden verzameld. Daarmee zou de tijdswinst beperkt zijn.
De onderzoekers adviseren te investeren in extra aangiftemogelijkheden waarin wel persoonlijk contact mogelijk is. Zo kan de politie investeren in innovatieve voorzieningen, zoals een voertuiggerelateerde werkplek voor de agent. Ook kan de politie de mogelijkheden van het mobiel werken op een smartphone verder uitbouwen. Daarnaast blijft het belangrijk om de terugkoppeling van informatie aan de aangever te verbeteren.