In- en doorstroom van nieuwkomers in beeld
Opgetekende lessen uit acht casussen rond de opvang van asielzoekers in Nederland (2020). J. Kuppens, L. Klein Haneveld, R. Rijnink, H. Ferwerda Politiekunde 103
Samenvatting
Ervaringen rondom de asielopvang in 2015 leveren de nodige lessen op. Deze lessen kunnen van pas komen voor de toekomst, mocht er weer sprake zijn van een verhoogde instroom. Bureau Beke deed daarom in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap onderzoek naar de ervaringen bij de asielopvang. Uit de bestudeerde casussen komt naar voren dat er veel goede lokale initiatieven en samenwerkingsverbanden zijn ontstaan. Toch zijn ook aandachtspunten te benoemen die voor verbetering vatbaar zijn. Al deze ervaringen zijn vervat in concrete handelingsperspectieven voor de toekomst, waar met name het COA, de politie en de opvangende gemeenten van kunnen profiteren. Het onderzoeksrapport wordt vandaag gepubliceerd.
In 2015 werd Nederland geconfronteerd met een verhoogde asielzoekersinstroom, met name vanuit Syrië en Eritrea. Dit leidde tot een tekort aan opvanglocaties en een hausse aan initiatieven om dit tekort op te vangen, vooral door diverse crisis- en noodopvangen te openen. Toentertijd is bij de belangrijkste ketenpartners (COA, gemeenten en politie) zeer veel kennis opgedaan over de doelgroep zelf en het beheer rondom opvanglocaties. Om deze ervaringen bij de ketenpartners op te tekenen, zijn acht casussen bestudeerd door documenten te analyseren en gesprekken te voeren. Daarbij is er niet alleen aandacht voor de rol van ketenpartners, maar bijvoorbeeld ook voor omwonenden van een opvanglocatie en de media.
Te constateren is dat lokaal rondom opvanglocaties veel oplossingen zijn bedacht om ontwikkelingen op het gebied van openbare orde, criminaliteit, incidenten op de opvanglocaties en onveiligheidsgevoelens onder omwonenden te beheersen. Binnen de acht casussen zijn daarvan goede voorbeelden te geven, maar er zijn ook situaties opgetekend die voor verbetering vatbaar zijn.
De politie had regelmatig een bemiddelende, stabiliserende functie in het opvangproces. In de hectiek opereerden wijkagenten in veel gevallen als spin in het web, omdat ze zich zowel op het terrein van leefbaarheid (voor nieuwkomers en omwonenden) moesten begeven als op het terrein van veiligheid (handhaving op overlast en criminaliteit). Politiemensen bleken bereid om zich open te stellen voor nieuwe invloeden/culturen en bereid om kennis hierover op te doen. Ook haakten ze flexibel in op nieuwe ontwikkelingen die zich voordeden.
Over het algemeen liggen er momenteel voldoende lokale werkwijzen om een toekomstbestendige opvang van asielzoekers zonder grote problemen te laten verlopen. Belangrijk is dan wel, dat de betere lokale werkwijzen landelijke bekendheid en opvolging krijgen.
Om het opvangproces verder te optimaliseren resulteert het onderzoek in handelingsperspectieven op de volgende thema’s: het omgaan met mediaberichtgeving, het verbeteren van het kennisniveau over nieuwkomers, de interactie met omwonenden rond een opvanglocatie en het verbeteren van de uitstroom én de begeleiding van statushouders in wijken. Op deze vier thema’s is nog het nodige te verbeteren. Daarvoor worden in het onderzoek concrete suggesties gegeven. Deze handelingsperspectieven kunnen in de toekomst door de ketenpartners gebruikt worden om het lokale proces van in- en doorstroom van nieuwkomers te optimaliseren.