Paradoxaal Politiebestel

Burgemeesters, Openbaar Ministerie en Politiechefs over de sturing van de politie (2004). L.W.J.C. Huberts, S. Verbeek, K. Lasthuizen en J.H.J. van den Heuvel (Vrije Universiteit, Amsterdam / B&A Groep, Den Haag). Politiewetenschap 17

Samenvatting
Het rapport schetst een actueel beeld van hoe de aansturing van de regiokorpsen in de praktijk verloopt. Gebaseerd op de ervaringen en opvattingen van de meest direct betrokkenen: regionale en lokale bestuurders, (hoofd)officieren van Justitie en regionale en lokale politiechefs worden vragen beantwoord als: wie neemt de belangrijke besluiten over de (regionale) politie, wie heeft feitelijk invloed en macht? Hoe werken de in de politiewet verankerde bevoegdheden en verhoudingen in de praktijk? Hoe functioneert de aansturing van de politie tegen de achtergrond van de discussie rondom politiële kerntaken, prestatiesturing en bestelwijziging?

Het onderzoek wijst uit dat in de sturingspraktijk sprake is van tamelijk stabiele invloedsverhoudingen die er evenwel fundamenteel anders uitzien dan wat de politiewet 'voorschrijft'. Wet en werkelijkheid blijken soms (ver) uit elkaar te liggen. Gezag, beheer en beleid zijn onlosmakelijk verweven en van gezagsdualisme is geen sprake, eerder van gezagsfragmentatie. Dat alles neemt niet weg, zo concluderen de auteurs, dat binnen het belangrijkste - regionale - machtscentrum, de regionale driehoek, in redelijke harmonie het reilen en zeilen van de politie wordt bepaald. 
Dat laat evenwel onverlet dat naar de opvatting van de auteurs wel degelijk sprake is van een aantal spanningen in de sturingspraktijk. Zij worden benoemd en beschreven in termen van paradoxen die zich niet makkelijk laten oplossen, noch door wijzigingen van het huidige politiebestel, noch door veranderingen binnen of van binnenuit het huidige bestel.

Met dit alles raakt het onderzoek aan een aantal wezenlijk aspecten van het politiebestel zoals dat in 1994 met de invoering van de regionale politie is geïmplementeerd. Mede daarom worden de uitkomsten ook gepositioneerd tegen de achtergrond van de vigerende kerntaken en besteldiscussie. Met betrekking daarop bevat het onderzoek eveneens enkele interessante uitkomsten. Lokale en regionale actoren onderschrijven weliswaar, zo blijkt, in beginsel het belang van prestatiesturing een wijzigingen in het bestel. Maar tegelijk betonen ze zich uiterst huiverig voor enerzijds de gevolgen van de huidige wijze van prestatiesturing en anderzijds het idee van een geheel nieuw bestel als opmaat naar een nationale politie.

Bestanden downloaden

PW17.Kerngegevens.pdf
Terug