Asielmigratie en criminaliteit
(2006). J. de Boom, G. Engbersen en A. Leerkes (RISBO, Erasmus Universiteit, Rotterdam). Politiewetenschap 36a
Samenvatting
Van de totale Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder wordt in 2004 anderhalf procent verdacht van een misdrijf. Asielmigranten met een verblijfsvergunning (3,4% verdacht) en in procedure (5,4% verdacht) worden aanzienlijk vaker verdacht van criminele activiteiten dan de gemiddelde Nederlander, maar zijn gemiddeld minder vaak verdacht van criminaliteit dan veel (traditionele) allochtone herkomstgroepen, zoals bijvoorbeeld Antillianen (7,5%), Marokkanen (6,1%), en Surinamers (5,0%). De criminaliteitsgraad van onrechtmatig verblijvende asielmigranten is met, naar schatting, 10 procent hoger dan bij veel allochtone herkomstgroepen (zie tabel 1).
Verder wordt vastgesteld dat criminaliteitspatronen onder asielmigranten overeenkomen met die onder de reguliere bevolking: mannen, jongeren en alleenstaanden komen veel vaker in aanraking met de politie dan vrouwen, ouderen en gehuwden/samenwonenden. Ook scoren etnische herkomstgroepen die hoog scoren onder de reguliere bevolking, ook hoog scoren bij asielmigranten (Noord-Afrikanen en Oost-Europeanen).