Naar beginselen van behoorlijke politiezorg
(2006). M.J. Dubelaar, E.R .Muller en C.P.M. Cleiren (Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden). Politiewetenschap 35
Samenvatting
Het betreft een ‘naslagwerk’ voor de politiepraktijk dat twee dingen beoogt. In de eerste plaats een handzaam overzicht te bieden van (rechts)beginselen waaraan het daadwerkelijk (niet) handelen van politiemensen , en eventuele klachten daarover, worden getoetst. Daartoe wordt teruggegrepen op twee bronnen: uitspraken van de Nationale Ombudsman en van de Klachtencommissie van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland in antwoord op klachten van burgers of instanties. De gedachte daarachter is dat die uitspraken een toetsingskader vormen voor wat onder ‘behoorlijk’ optreden van de politie mag worden verstaan en waarop burgers dan ook aanspraak mogen maken. Dat gaat verder dan formele gedragsvoorschriften en wettelijke regelgeving t.a.v. bevoegdheden e.d.
Het feit dat het hierbij gaat om tamelijk abstracte beginselen, noopt tot een vertaling ervan in voor de politiepraktijk bruikbare handelingsrichtlijnen. Dat is dan ook de tweede doelstelling van de studie. De bruikbaarheid voor de praktijk wordt bevorderd doordat bij de presentatie en beschrijving van beginselen en daaruit afgeleide handelingsrichtlijnen is gekozen voor een thematische opzet met concrete, zeer herkenbare, praktijkcasus als uitgangspunt. De casus zijn weer verdeeld en geordend naar de vier klassieke taakgebieden van de politie.
Het boek is dan ook ‘verplichte stof’ voor alle (adspirant)agenten en hun chefs en bevat tevens interessant referentiemateriaal voor (andere) klachtencommissies.