De frontlinie van opsporing en handhaving
Stelselmatige bedreigingen door burgers als contrastrategie (2008). M.J.G. Jacobs, M.Y. Bruinsma en J.W.M.J. van Poppel (IVA, Tilburg). Politiewetenschap 44
Samenvatting
Dit onderzoek richt zich specifiek op stelselmatige bedreigingen, dat wil zeggen het herhaaldelijk toepassen van bedreiging en/of intimidatie door een en dezelfde dader of dadergroep. Het gaat hierbij om bedreigingen met een structureel karakter welke deel uitmaken van een doelbewuste strategie van (groepen) burgers om bepaalde ‘voorrechten’, zoals het ontlopen van boetes of ‘met rust’ gelaten worden door de overheid, te verwerven of behouden.
Het onderzoek is toegespitst op twee typen ‘frontlijners’ in overheidsdienst: de politie (o.m. rechercheurs en (wijk)agenten) en gemeentelijke handhavers (o.m. leerplichtambtenaren, milieuambtenaren, sociaal rechercheurs). Ruim 1500 van de 4000 aangeschreven respondenten hebben meegewerkt aan een enquête. Met 40 respondenten is bovendien een mondeling interview gehouden. Aard en omvang van het fenomeen zijn in beeld gebracht. Aan de hand van de interviews is een typologie van daders en hun werkwijzen opgesteld.
Het blijkt dat ongeveer acht procent van de respondenten te maken heeft gehad met herhaalde serieuze dreiging door dezelfde dader of dadergroep, die daarmee doelbewust de eigen belangen nastreefde. Daders kunnen individuele burgers zijn maar ook leden van bepaalde gemeenschappen (zoals woonwagenbewoners of criminele groepen) en probleemjongeren die met de politie strijden om de macht op straat. Van de stelselmatig bedreigde respondenten zegt ongeveer een derde dat het hen op een of andere manier heeft beïnvloed. In de meeste gevallen heeft de bedreiging geleid tot een vermindering van het werkplezier, maar ook het vermijden van contact met de dader(s) of van bepaalde locaties komt voor.
Het blijkt verder dat de aandacht op organisatieniveau voor de stelselmatige dreigingen overwegend persoons- en incidentgerelateerd is. Er bestaat weinig structurele aandacht voor het probleem, bijvoorbeeld in de vorm van een beleidskader dat voorschrijft hoe te handelen bij meldingen van stelselmatige bedreigingen. Dat wordt wel door de auteurs bepleit die daartoe ook een aantal aanbevelingen doen.