Het publieke belang bij private preventie

Een economische analyse van inbraakpreventie (2009). B.A. Vollaard (TILEC / Universiteit van Tilburg). Politiewetenschap 51a

Samenvatting

De studie is de eerste in een reeks die betrekking heeft op plausibele verklaringen voor de gestage daling van de (vermogens)criminaliteit in de periode 1995-2008. In deze studie staat de vraag centraal in hoeverre de daling van het aantal woninginbraken verklaard kan worden uit preventiemaatregelen.

Met behulp van een kwantitatieve analyse wordt onderzocht in hoeverre de standaardtoepassing in nieuwbouwwoningen van inbraakwerende raam- en deurkozijnen - zoals vastgelegd in het Bouwbesluit van 1999 en ook onderdeel van het Politiekeurmerk Veilig Wonen - een verklaring vormt voor de daling van het aantal woninginbraken in de periode daarna. Aan de hand van de relevante literatuur wordt voorts geanalyseerd in hoeverre andere vormen van inbraakpreventie, zoals publiekscampagnes en preventieadvies, effectief zijn en van invloed op het preventiegedrag van burgers.

De kwantatieve analyse wijst uit dat het reguleren van in nieuwbouwwoningen in te bouwen preventiemaatregelen duidelijk effect heeft gehad: woningen die na 1999 zijn gebouwd hebben een fors lagere inbraakkans vergeleken met (vergelijkbare) woningen die vóór de verandering van het Bouwbesluit zijn gebouwd. Op basis van de literatuurstudie kan worden geconcludeerd dat inbraakpreventiebeleid vooral effectief is als het succes ervan niet afhankelijk is van een gedragsverandering van bewoners. Veel mensen nemen wel voorzorgmaatregelen, zoals dubbele sloten op de voordeur, maar blijken moeilijk te bewegen om méér aan preventie te doen.

 

Publiciteitscampagnes, preventieadviezen en subsidies ter tegemoetkoming van de kosten van preventie blijken daar weinig tot geen effect op te hebben

Bestanden downloaden

PW51a.Kerngegevens.pdf
Terug