Gevangene van het verleden

Crisissituaties na de terugkeer van zedendelinquenten in de samenleving (2014). M.M. Boone, H.G. van de Bunt en D. Siegel (Erasmus Universiteit, Rotterdam / Universiteit Utrecht). Politiewetenschap 75

Samenvattingen

De beschrijvingen in dit onderzoek zijn gebaseerd op interviews met de betrokkenen, zoals de wijkagent, reclasseringswerker, burgemeester, en de zedendelinquent. Aan de orde komt hoe de betrokkenen hebben gereageerd op de ontstane crisis en welke activiteiten zij hebben ondernomen om de crisis te bezweren. De crisissituaties kennen een verschillende afloop. Soms verdwijnt de onrust doordat de zedendelinquent vlucht uit zijn stad, in een aantal andere gevallen krijgt de betrokkene een woning op een andere plek, en er zijn ook enkele gevallen waarin de zedendelinquent in zijn woning kan blijven. Een belangrijk dilemma voor de burgemeesters, wijkagenten en hulpverleners is dat zij bij het uitbreken van publieke onrust informatie over de persoon van de zedendelinquent moeten kunnen verstrekken zonder hiermee diens privacy te schaden. Soms staat de burgemeester met gebonden handen op de barricaden.

Ook de wijkagent speelt in de negen onderzochte zaken een rol, maar de aard van de verrichte activiteiten verschilt van geval tot geval. In enkele gevallen is de wijkagent al op de hoogte van de terugkeer van de zedendelinquent, voordat de bewoners hiervan op de hoogte zijn. De positie van de wijkagent is in feite weinig benijdenswaardig. Hij heeft niet de juridische mogelijkheden om informatie van de zedendelinquent af te dwingen, tenzij hij belast is met controle op de naleving van bijzondere voorwaarden die bij de vervroegde invrijheidstelling of voorwaardelijke strafoplegging zijn gesteld. Als de zedendelinquent –buiten deze controle – met de wijkagent weigert te spreken staat de wijkagent met lege handen. De mogelijkheden voor de wijkagent zijn daarmee beperkt.

Bestanden downloaden

Gevangene_van_het_verleden.pdf
pw75.epub
PW75.Kerngegevens.pdf
Terug