Geweldscriminaliteit tegen ouderen
(2003). F. Bovenkerk, A. van Beuningen, J. van Beuningen en W. Hogewind. (Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en Universiteit Utrecht). Verkenningen 4
Samenvatting
Onderwerp van deze kortlopende verkenning is de vraag in hoeverre ouderen een verhoogd risico lopen op slachtofferschap van (gewelds-)criminaliteit en met welke eventuele gevolgen voor preventie en bestrijding. Een niet onbelangrijke vraag met het oog op de toenemende vergrijzing en de al dan niet vermeende grotere kwetsbaarheid van ouderen. Uiteindelijke doel was antwoord te geven op de vraag of vervolgonderzoek aan de orde is en zo ja waar zich dat op zou moeten richten.
Uit een analyse van de relevante (inter)nationale literatuur over ouderen en slachtofferschap van (gewelds-) criminaliteit blijkt dat, i.t.t. de algemene verwachting, het slachtofferschap van ouderen feitelijk (en naar verhouding) laag is. Dat wordt over het algemeen verklaard door hun levensstijl in combinatie met het nemen van voorzorgsmaatregelen in de preventiesfeer. Een analyse van (recente) Nederlandse slachtoffergegevens wijst evenwel uit dat ouderen vanaf 65 wel degelijk een verhoogd slachtofferrisico lopen, met name van bedreiging en van zogenoemde 'babbeltrucs'. Nadere analyse wijst verder uit dat het slachtofferrisico groter is voor ouderen die wonen in bejaarden- of verzorgingshuizen in slechte buurten in de grote steden, met veel criminaliteit en overlast.
Als mogelijke onderwerpen voor (vervolg)onderzoek worden genoemd: slachtofferstudies, met als doel meer zicht te krijgen op aangiftegedrag van ouderen in relatie tot slachtofferschap van bedreiging, en daderstudies naar overwegingen en modus operandi van personen die zich bedienen van 'babbeltrucs'.