Politie en het verdwenen sociale kapitaal
(2007). F.M.H. Driessen, M. Loix, B.G.M. Völker (Bureau Driessen) Verkenning 32
Samenvatting
Het begrip sociaal kapitaal, mede geïntroduceerd door wetenschappers als Robert Putnam, mag zich in groeiende politiek-maatschappelijke belangstelling verheugen. Deze voorstudie diende in de eerste plaats om dit wat abstracte concept nader handen en voeten te geven. Vooral om vervolgens te bezien of in de literatuur een relatie wordt gelegd tussen veranderingen in sociaal kapitaal enerzijds en zelfregulerende vermogen en risico van betrokkenheid bij criminaliteit anderzijds. Voor zover het vergroten van sociaal kapitaal al wenselijk en mogelijk (b)lijkt door overheidsinterventie rijst tevens de vraag naar de rol en inbreng van de politie hierbij.
Niet geheel onverwacht blijkt evenwel dat in de literatuur geen eenstemmigheid bestaat over wat sociaal kapitaal precies inhoudt, laat staan hoe dit gemeten dient te worden. Sommigen beschouwen bijvoorbeeld sociale controle of mate van sociaal contact als integrale onderdelen van het sociale kapitaal. Niettemin wordt de houdbaarheid onderzocht van vier hypothesen, geformuleerd als randvoorwaarden voor sociaal kapitaal: ontmoetingskansen, overeenkomsten, vertrouwen en wederkerigheid. Toetsing levert als belangrijkste resultaat op dat sociaal kapitaal vooral ‘gelinkt’ is aan vertrouwen. Bewoners van wijken zullen sociale controle uitoefenen als zij er op vertrouwen dat anderen hun daarbij zullen steunen en daarbij tevens van mening zijn dat het zin heeft. Meer vertrouwen is mogelijk ook verbonden met wederkerigheid, in de zin van over en weer iets voor elkaar (kunnen) betekenen. De politie zou daar in principe het nodige aan kunnen bijdragen, zonder de pretentie te (moeten) koesteren dat zijzelf het bindmiddel zou moeten zijn. Ze kan in een wijk een zodanig beleid voeren dat het vertrouwen van de bewoners terugkeert, bijvoorbeeld door duidelijke handhaving en bestrijding van overlast. Geconcludeerd wordt dat de sociale controle in een wijk zal toenemen als de voorwaarden voor het sociale kapitaal verbeteren, en dát betreft dus met name een toename van het vertrouwen. Maar geconcludeerd wordt tevens dat sociale controle een ‘gedragsrepertoire’ is dat ‘geleerd moet worden’.