Overlastgevende huishoudens
Een onderzoek naar de omvang en kenmerken van de overlastgevende huishoudens in een middelgrote gemeente in Nederland (2008). A.E. van Burik en R.V. van Vianen (Adviesbureau van Montfoort (Woerden) i.s.m. PVA-collectief (Rotterdam)). Verkenningen 36
Samenvatting
Doel was het houden van een proefonderzoek om te komen tot een schatting van het aantal overlastgevende gezinnen in een middelgrote gemeente. Daarnaast was een onderzoeksvraag hoeveel van deze overlastgevende gezinnen strafbare feiten plegen. Centraal stond de vraag of de gekozen onderzoeksmethode uitvoerbaar en bruikbaar is voor een landelijke schatting.
Op basis van literatuuronderzoek en gesprekken is een werkdefinitie opgesteld van overlastgevende gezinnen. De populatie zou in principe moeten bestaan uit alle gezinnen die een huur- of koopwoning hebben in de onderzochte gemeente. Maar een betrouwbare schatting wordt bemoeilijkt doordat alleen van gezinnen die een woning huren van een woningbouwcorporatie, een goede registratie van klachten van overlast voorhanden is. Voor een controle op het aantal gemelde overlastgevende gezinnen in de particuliere sector is in de bestanden van de politie een vergelijking gemaakt tussen gezinnen met een woning van een woningbouwcorporatie en een koopwoning. Maar dat levert lastig te interpreteren gegevens op.
In het onderzoek is als criterium voor overlastgevend twee overlastmeldingen in een half jaar gehanteerd. Op basis van de politieregistratie worden meer overlastgevende gezinnen geteld dan op basis van gegevens van woningbouwverenigingen Verder valt op dat slechts een klein deel van de overlastgevende huishoudens criminele antecedenten heeft.
Voor een landelijke schatting zouden volgens deze verkenning minimaal 76.371 gezinnen in het onderzoek betrokken moeten worden. De onderzoeker geeft daarbij zelf al aan dat het de vraag is of de kosten opwegen tegen de baten, omdat de verkenning duidelijk maakt dat het om een relatief gering aantal (extreme) overlastgevende gezinnen gaat.