Waard om te vechten
Over de waarde van full contact vechtsport voor jongeren (2018). Eric Lagendijk, Ineke Deelen P&W verkenning 81
Samenvatting
Dit onderzoek is een verdiepend vervolg op de verkenning ‘Bad Boys Netwerk’ (2015) waarin de auteurs op zoek gingen naar criminaliteit binnen de full-contactvechtsportsector en de factoren die daarbij een rol spelen. Over dit onderwerp waar veel over wordt gespeculeerd is nog maar weinig onderzoek beschikbaar.
Het onderzoek is gebaseerd op literatuurstudie plus een uitgebreide rondgang langs een grote en divers samengestelde groep professionals, waaronder wetenschappers, sportschoolhouders en vechtsporttrainers.
Voorafgaand aan de empirische bevindingen wordt een theoretisch overzicht gepresenteerd.
Men richt zich vooral op de vraag of full contact vechtsport waarde toevoegt aan het leven van zogenaamd kwetsbare jongeren, en dan met name voor jongeren die de sport in georganiseerd verband beoefenen. Het gaat nadrukkelijk om een breder maatschappelijk perspectief waarbij de volgende waarden worden onderscheiden:
• Straatwaarde: de bijdrage die vechtsport levert aan jongeren om zich op straat te handhaven
• Sociale stijging: de mogelijkheden van vechtsport tot maatschappelijke stijging
• Gezondheidswaarde: de waarde van vechtsport voor de gezondheid van de beoefenaar
• Criminologische waarde: de betekenis van vechtsport voor de criminele ontwikkeling van
jongeren
• Therapeutische waarde: de waarde die vechtsport heeft als therapeutisch instrument
• Sociaalpedagogische waarde: de invloed van vechtsport als opvoedkundig en socialiserend
middel
In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid stilgestaan bij de (mogelijke) bijdrage van full contact vechtsportbeoefening op elk van deze waarden.
DSP brengt met dit rapport de discussie over de mogelijke effecten van vechtsportbeoefening een stap verder. De theoretische afbakening van de verschillende ‘waarden’ is nieuw en maakt nieuwsgierig naar de vraag of en hoe deze meetbaar gemaakt kunnen worden. Het is de onderzoekers gelukt om ook input te krijgen uit de vechtsportsector zelf, voor onderzoekers toch meestal een gesloten bolwerk.