Mensenhandel
De rol van vrouwelijke daders (2019). M.D.S. Wijkman, E.R. Kleemans P&W verkenningen 84
Samenvatting
Vrouwelijke delinquenten zijn maar mondjesmaat onderwerp van criminologisch onderzoek. Dat geldt des te meer voor vrouwen die zich schuldig maken aan ernstige delicten zoals mensenhandel en seksuele uitbuiting.
In Nederland is er nog geen systematisch en representatief onderzoek verricht naar vrouwen en hun betrokkenheid bij mensenhandel. Het gaat dan met name om een beschrijving van de achtergronden en de rol van deze vrouwelijke daders bij deze ernstige vorm van georganiseerde misdaad. In deze beperkte kwantitatieve studie wordt een eerste poging ondernomen.
Naast een beschrijving van achtergronden en kenmerken moet het onderzoek tevens duidelijk maken wat voor rol vrouwelijke daders hebben bij seksuele uitbuiting en in hoeverre eigen slachtofferervaringen van seksuele uitbuiting een rol spelen bij het daderschap.
Ten behoeve van de analyse konden de onderzoekers gebruik maken van een OM-bestand met daarin volwassen vrouwen die in de periode 1991-2016 zijn verdacht en veroordeeld voor mensenhandel. Tevens zijn de strafdossiers van de betreffende daders geanalyseerd. Het gaat dan om 138 respectievelijk 94 zaken.
De meerderheid (90%) van de vrouwen is veroordeeld voor seksuele uitbuiting, en de overige 10% voor arbeidsuitbuiting. Deze cijfers zijn niet goed te vergelijken met onderzoek naar mannelijke daders.
De gemiddelde leeftijd van de vrouwen ten tijde van het delict was ruim 30 jaar, terwijl de helft van de vrouwen is geboren in Oost Europa. Nederlandse daders vormden ruim een kwart van de onderzoeksgroep.
Van de vrouwen die zijn veroordeeld voor seksuele uitbuiting, heeft de helft zelf ooit in de prostitutie gewerkt, en werkte ruim een kwart nog in de prostitutie ten tijde van het delict. Een minderheid van de vrouwen, 7.5%, is zelf slachtoffer geweest van seksuele uitbuiting voordat zij dader zijn geworden. De meerderheid (94.7%) van de vrouwen heeft het delict samen met anderen gepleegd. Drie kwart van de mededaders was van het mannelijke geslacht, waarbij het opvallend is dat bij veel vrouwen hun mededader tevens de man was met wie zij een relatie hebben (gehad). Gemiddeld waren er 4 slachtoffers betrokken bij het delict.
De vijf meest voorkomende mensenhandel gedragingen die door de vrouwen werden verricht zijn: geld innen, slachtoffers huisvesten, slachtoffers controleren tijdens hun werk, uitbuiten, en het innemen en bewaren van het paspoort.