Cameratoezicht
De menselijke factor (2003). A.I.M. Weitenberg, E.J.M. Jansen, I. van Leiden, J.H. Kersholt en H.B. Ferwerda (Advies- en Onderzoeksgroep Beke (Arnhem) en TNO Human Factors (Soesterberg)). Politiekunde 5
Samenvatting
Het betreft een onderzoek dat betrekking heeft op de inzet en kwaliteiten van de ‘operator’; de persoon die in de toezichtcentrale de beelden uitleest, de camera’s kan laten inzoomen en beelden direct kan doorleiden naar de politie. Het onderzoek kan beschouwd worden als een vervolg op eerder onderzoek van Politie en Wetenschap, naar de implementatie en effecten van cameratoezicht in de binnenstad van Arnhem (Politiekunde 2: ‘Cameratoezicht, goed bekeken?’). Daarin wordt aangetoond dat de kwaliteit van de operator mede bepalend is voor de effectiviteit van cameratoezicht.
In dit rapport wordt nagegaan wat belangrijke kenmerken zijn van zowel de persoon van de operator als de plaats waar de toezichtcentrale is ondergebracht en hoe deze is ingericht en verder hoe de selectie en presentatie van straatbeelden op de monitoren verloopt en hoe de schakeling met het politietoezicht op straat.
Geconcludeerd wordt dat kennis van het cameratoezicht-gebied en de mogelijkheid tot snelle communicatie met de politie op straat van wezenlijk belang zijn voor het functioneren van de operator.
Het rapport mondt uit in aantal aanbevelingen op het gebied van de training, organisatorische inbedding en operationele aansturing van operators en de inrichting van hun werkplek.