Polarisatie, escalatie en alledaagse vrede

Aandachtswijken onder een vergrootglas (2025). L. Slooter Politiewetenschap 135

Samenvatting
Superdiverse wijken en witte volkswijken worden vaak als tegenpolen beschouwd, maar hebben meer met elkaar gemeen dan gedacht. De politie is daarbij niet een ‘neutrale buitenstaander’, zoals soms wordt gesteld, maar onlosmakelijk onderdeel van (de)polarisatie- en (de)escalatieprocessen. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. Het onderzoek geeft inzicht in de dagelijkse realiteit en belevingswereld van jongeren die in deze wijken wonen en politiemensen die er werken. Welke breuklijnen tussen ‘wij’ en ‘zij’ zien zij in deze wijken? Wanneer slaat de vlam in de pan en escaleren polarisatie en structurele ongelijkheid in collectief geweld? En hoe komt het dat het óók vaak rustig, vreedzaam en stil is in deze wijken? Het onderzoek is een pleidooi om preciezer en genuanceerder naar aandachtswijken te kijken. Om niet alleen te denken in termen van overlastplekken, risicogroepen en verontrustende ‘dreigingsbeelden’, maar óók in ‘alledaagse vrede-beelden’ die laten zien hoe zowel jongeren als politiemensen zich dagelijks inzetten om vreedzaam samen te leven, de rust in deze wijken te bewaren en ontsporend geweld te voorkomen.

Het dagelijks leven van jongeren en politiemensen staat in het onderzoek centraal. Daarvoor is gekeken naar drie aandachtswijken in Nederland: (1) Duindorp, een witte volkswijk in Den Haag, (2) Poelenburg, een multiculturele wijk in Zaandam, en (3) Bloemhof, een gemengde wijk in Rotterdam-Zuid. Wijken die soms heel even in het nieuws komen, zoals Duindorp na het uitbreken van geweld omdat de ‘vreugdevuren’ werden verboden. Of Poelenburg dat opeens onder de aandacht kwam door het optreden van een zogenoemde ‘treitervlogger’. Wijken die vaak simplistisch worden weggezet als ‘probleemgebieden’. Het onderzoek laat zien waarom het soms misgaat in deze wijken, waarom er spanningen zijn en hoe structurele ongelijkheid en polarisatie kunnen escaleren in collectief geweld. Tegelijkertijd doorbreekt dit onderzoek het stereotiepe beeld en laat het zien  waarom het ook vaak goed gaat, rustig en vreedzaam is in deze wijken. “Juist van deze ‘alledaagse vrede’ valt veel  te leren”, legt Slooter uit. “Door te kijken naar plekken in de wijk waar mensen elkaar ontmoeten, naar individuen en groepen die zich inzetten om saamhorigheid te bevorderen en de rust te bewaren in de wijk kunnen we beter begrijpen hoe polarisatie wordt gedempt.”

Dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van langdurig etnografisch onderzoek, waarbij 64 diepte interviews zijn afgenomen (politiemensen, jongeren en gemeenteambtenaren) en 45 avonden zijn doorgebracht in de jongerenhuizen van Poelenburg en Duindorp. Het onderzoek laat zien dat de wijken veel meer zijn dan de incidenten die het beeld vormen. Het zijn ook wijken met een  sterke onderlinge verbondenheid en gevoelens van trots. Het onderzoek kijkt bovendien niet alleen naar de gebeurtenissen op straat, maar laat ook de verdeeldheid en dilemma’s binnen de politie organisatie zien: de uiteenlopende opvattingen over hoe het beste gehandeld kan worden in de wijken (repressief of in verbinding blijven), en de botsende ideeën rondom diversiteit en neutraliteit van de politie. De onderzoeker concludeert onder meer dat polarisatie niet een harde éénduidige wij-zij scheiding is, maar gelaagd, dynamisch en complex. En de politie maakt daar ook onderdeel van uit.

Luuk Slooter is universitair docent Conflict Studies aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek richt zich op stedelijke ongelijkheid en geweld.

Bestanden downloaden

pw135.pdf
pw135.epub
Terug